of opgerold dan mocht ik wel eens helpen en bij een controle op num
mervolgorde leggen. Een paar maal in het voorjaar en najaar kwamen
Engelse leveranciers stoffen verkopen. Op een handkar bracht een wit
kiel dan een grote koffer van het station. Daarna kwam de reiziger, zette
de koffer open, die verdeeld was in vakken met stapeltjes stalen. In de
ochtend zocht mijn vader met Stavenuiter en later met mijn broer Geer
toen deze in de zaak kwam, de stalen uit en sorteerde de meest geschik
te. De reiziger bleef dan meestal bij ons lunchen. Dan kwam het mooie
servies op tafel en was er wat lekkers. Na de lunch werd de definitieve
keus gemaakt uit de stalen en de witkiel kwam de koffer weer halen. Zo'n
man was dus de hele dag bezig met één cliënt. De mij nog bekende leve
ranciers die bleven lunchen waren George Marchand en Hartley Field en
zijn baas Everet Clear.
Er kwamen ook wel Hollandse reizigers, die agent waren van Engelse
grossiers of van Hollandse grossiers in stoffen, maar die aankopen waren
denk ik kleiner, want die waren snel weer weg.
Mijn opleiding
Na de lagere school ging ik naar de hbs op de Raaks. Na twee jaar gin
gen mijn vader en moeder verhuizen naar Scheveningen, want mijn vader
ging uit de zaak en mijn oudste broer Geer kwam met zijn vrouw Bep
boven de zaak te wonen. Mijn broer Henk was ook al het huis uit. Ik ging
dus alleen mee naar Scheveningen, Badhuisweg 236, bij de Witte Brug en
naar de hbs in de Raamstraat in Den Haag.
Na de hbs ging ik naar de Vakschool voor Kleermakers in de Kazer
nestraat in Den Haag. Bij directeur Diederiks (een oud-werknemer van
mijn vader) en leraar Harmsen was ik ongeveer vier jaar en leerde het
kleermakersvak en deed een coupecursus. In januari 1930 ging ik op aan
raden van de Engelse stoffenleverancier George Marchand ('uncle
George') naar Stockholm en hij introduceerde mij bij de firma Bauer en
coupeur Berglöf. Hier heb ik gewerkt bij de coupeur en op het atelier en
s avonds kreeg ik coupeles bij Berglöf thuis. In september kwam ik weer
naar huis en ging naar Londen voor een cursus op de Minister School of
Cutting. Met Kerstmis was ik weer terug in Holland.
Op 2 januari 1931 kwam ik in dienst in de zaak in de Kruisstraat. Daar
waren toen mijn veertien jaar oudere broer Geer, boekhouder en verko
per Stavenuiter, coupeur Rijkhof, tweede coupeur Van Kipshagen, loop
knecht Jacob Cival en een aantal kleermakers op het atelier en een gro
ter aantal thuiswerkers werkzaam. Ik hoorde en ontdekte de eerste jaren
de gang van zaken in het bedrijf.
Haerlem Jaarboek 2004