Jan Zumbrink 23 november 1942-12 september 2004 De Haarlemse kunsthistoricus Jan Zumbrink was iemand die in het be oordelen van beeldende kunst recht door zee ging. Met wat hem niet aan stond, maakte hij zeer korte metten. Dat heb ik van nabij meegemaakt, toen ik nog op de kunstredactie van Haarlems Dagblad werkte en Jan Zumbrink daar criticus beeldende kunst was. Hij was een medewerker die met gestrengheid, maar tegelijk met volkomen integriteit zijn oordeel wist te geven. Geheel onverwachts overleed Jan Zumbrink op 12 september. Tijdens een vakantie in Spanje werd hij plotseling overvallen door een hartin farct. Na een studie in Utrecht werkte hij in Haarlem voor het Frans Halsmuseum. Voor Haarlems Dagblad schreef hij over beeldende kunst in de jaren eind zeventig, tachtig en begin negentig. Daarna gaf hij les aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. De afgelopen drie jaar was Zumbrink actief als burgerlid in de commissie Toegepaste Monumentale Kunst (tmk) in Haarlem. Zumbrink was begin jaren tachtig bij Haarlems Dagblad terechtgeko men, omdat hij als een soort open sollicitatie een brief naar de kunstre dactie schreef, waarvan de inhoud - naar later bleek - hem treffend typeerde. Een brief op licht ironische toon geschreven, waarbij hij een milde zelfspot niet uit de weg ging. Zo herinner ik me heel goed dat één van de zinnen luidde: 'Misschien kan een werkloze kunsthistoricus voor uw krant nog van enig nut zijn'. Tegelijk accentueerde die brief een bescheidenheid en een originaliteit die we later op de redactie nog dik wijls bij hem terug zagen. In zijn kunstkritieken legde Zumbrink de lat hoog en dat kwam niet iedereen altijd goed uit. Alleen goed kunnen tekenen of schilderen was voor hem niet voldoende. In de kunst zocht hij altijd naar een visie ach ter hetgeen zijn oog waarnam. Met zomaar een bloemstilleven, hoe technisch knap ook uitgevoerd, hoefde je bij hem niet aan te ko men. De keuze die Jan Zumbrink zelf maakte uit het scala van kunstenaars en kunstuitingen dat zich aanbood, getuigde van zijn avontuur lijke geest. Een bezoek aan een museum was voor hem dan ook een ware zoektocht. Hij inspireerde degenen die hem daarbij vergezel den en op vriendelijke maar tegelijk indrin gende toon was hij dan hun gids in een kunst- NECROLOGIEËN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 229