besteld. Een heel stuk was ongeveer 60 meter. Na binnenkomst werden
de stoffen gecontroleerd met de knipsels van de gemaakte lijst bij de
inkoop en nagemeten. Van de coupon werd een klein staaltje afgeknipt
en in het stoffen voorraadboek ingeplakt en de gegevens ingeschreven.
Na verkoop van de stof werd hierachter het bestelnummer, de naam van
de cliënt en de metrage die verbruikt was opgeschreven. Van de grote sta
len werden bunches gemaakt voor de reiscollectie. De drie kleinere
stalen werden op kartonnen geplakt en daarvan werden drie gelijke col
lecties gemaakt om naar de cliënten op zicht te kunnen zenden. De stof
fen werden op kartonnen opgerold en soort bij soort en kleur bij kleur in
de stoffenkasten gelegd.
De fournituren, zoals voering, paardenhaar, zakkenvoering, knopen
enz. werden op dezelfde manier ingekocht. Vaak in Engeland maar ook
wel in Nederland bij grossiers van stoffen en fournituren. Victor van der
Reis en Langemeyer Stöcker waren specialisten in fournituren en
Doyer en Elias waren de voornaamste Nederlandse leveranciers in stof
fen. Ook was er toen een heer Drilsma, die aangesteld was door de kleer
makersbonden en een soort gemeenschappelijke inkoop verzorgde van
fournituren.
Verkoop
De verkoop van de kledingstukken gebeurde meestal aan de zaak. De
stoffen werden getoond aan de cliënt en wanneer mijnheer en zeker ook
zijn vrouw, die er vaak bij was, de keus had gemaakt, werd door de cou
peur de maten genomen, het model besproken en de bijzondere wensen
betreffende zakken, splitten enz. opgeschreven. Ook geschiedde de ver
koop vaak door middel van een zichtzending van de stalen op de kar
tonnen. Deze stalen werden geregeld bijgehouden op uitverkochte num
mers. De kaarten gingen in een met kunstleer beklede doos. Met een prij
zenlijst erbij bracht Jacob de dozen met stalen op zijn fiets naar de cliënt.
Na een paar dagen werden de stalen weer opgehaald in de hoop dat er
keus gemaakt was. Soms was de keus nog niet gemaakt en brachten wij
in tweede instantie bunches van onze leveranciers, die deze stoffen in
voorraad hadden en dat van het soort dat door de cliënt gewenst werd.
Ook hadden wij vele reiscliënten in Nederland. Mijn vader had deze
cliënten al bezocht en ik zette dit voort. Hij had ook wel zitting op
bepaalde dagen in een hotel in Den Haag, Arnhem en iedere woensdag
middag van 14.00 uur tot 16.00 uur in Amsterdam voor de cliënten in
Amsterdam, uit 't Gooi en ook uit de omgeving van Haarlem, die over
dag in Amsterdam waren voor hun werk. Dit laatste deed ik ook.
Haerlem Jaarboek 2004