sneed dan het kostuum of de jas en de kleermaker zette het in de pas. Ongeveer een maand na de verkoop ging ik naar de cliënten toe en tekende na het passen met krijt de veranderingen aan. Na thuiskomst gaf ik de stukken aan de coupeur met tekst en uitleg en het kledingstuk werd dan door de kleermaker gemaakt. Weer een maand later bezocht ik de cliënt weer en paste het stuk af. Meestal verkocht ik dan één of meer das sen, die ik bij het kostuum had uitgezocht. Eventuele pomp werd aange tekend en thuis gecorrigeerd, waarna het stuk werd toegezonden. Soms was het nog niet geheel naar genoegen van de cliënt en moest ik er nog- Het bepalen van het meest geschikte moment om een cliënt te bezoe ken leerde ik door ervaring en ik tekende dat aan bij zijn adres in mijn agenda. De één wilde thuis, de ander op kantoor bezocht worden. De één tijdens de lunchpauze of 's avonds. Daar ik een vast schema aanhield konden de cliënten rekenen op een dag en tijd, die ze meestal schikte. Maar het was toch vaak moeilijk om overal op de gewenste tijd te zijn. Vooral bij het verkopen kon een bezoek langer duren dan gepland en dan was het hard rijden om de verloren tijd in te halen. Dit systeem eiste ook, dat de coupeur en ik goed op elkaar ingesteld waren. Met coupeur Enterman ging dat goed en later met coupeur Woker ging dat nog beter. Overige werkzaamheden Behalve nieuw werk deden wij ook veel reparaties, stomen, stoppen en niet te vergeten het keerwerk. Als een kostuum slijtage vertoonde of de stof verkleurde, dan liet men het kledingstuk vaak keren. Het moest dan helemaal uit elkaar getornd worden en dan kwam de binnenkant van de stof aan de buitenkant. De buitenborstzak kwam dan in plaats van links aan de rechterkant, tenzij men de insnijding liet stoppen, wat niet altijd onzichtbaar werd. Een zoon van een cliënt kwam eens naar een staal kij ken, uitgezocht door zijn Pa, maar hij had meer aandacht voor de ach terkant, want later zou hij het pak van Pa krijgen nadat het gekeerd was. Het arbeidsloon was toen nog zo laag in verhouding tot de stofprijs, dat het keren goedkoper was dan een nieuw pak, niet tegenstaande het meer dere werk. Ook was er vaak opperswerk. Een kostuum oppersen kostte toen 1,75. Daarvoor moest het gehaald worden, opgeperst en nagezien of er ergens een kleinigheid aan mankeerde en weer bezorgd worden. Er waren wel eens cliënten die 's avonds belden of het kostuum om 8.00 uur 's morgens gehaald kon worden, en het moest dan voor 10.00 uur weer terug zijn, want mijnheer moest uit. Toen ik in 1931 in de zaak kwam, waren er families, die maar éénmaal maals l*i00ri. L. VAN DER STEUR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 29