Grote buitenplaatsen waren er ook in de omgeving van Haarlem. De
grootste met veertig man personeel was Duin en Kruidberg van de heer
Cremer. Alle personeelsleden werden door ons naar maat aangekleed.
Chauffeur, koetsier, palfrenier, butler, huisknecht, boswachter, jachtop
ziener, enz. Uit die tijd stammen ook de livreiknopen voor de uniformen
van huispersoneel met het familiewapen van de heer des huizes.
Veranderingen
Op 2 juli trouwden Gerarda Oudshoorn en ik in Warmond. We gingen
-34- boven de zaak in de Kruisstraat wonen. Mijn broer Geer en zijn vrouw
Bep verhuisden naar Santpoort. Tevens werd ik directeur van de nv.
De bestuursvorm van de zaak was vroeger een firma geweest met mijn
vader als enige firmant. In 1923 toen hij uit de zaak ging en in
Scheveningen ging wonen zette hij de firma om in de NV Gerard A. van
der Steur's Kleermakerij. Van de 100 aandelen kregen mijn broer Geer en
de verkoper annex boekhouder Stavenuiter er ieder één. Mijn vader had
dus 98 aandelen. Toen in de jaren dertig door de crisis de winst zeer wei
nig was, werd geen dividend uitgekeerd en was de brutowinst net genoeg
om de salarissen en kosten te dekken. In 1935 werd ik dus directeur van
de nv, kreeg ook één aandeel en een salaris van 400,- per maand. Meer
dan voldoende om van te leven, vakantie te betalen, een boot te onder
houden en een dienstbode voor dag en nacht. Dit laatste was nodig, want
de cliënten belden vaak 's avonds.
Het bovenhuis aan de Kruisstraat hadden wij geheel laten modernise
ren met behulp van de binnenhuisarchitect Otto van Tussenbroek, die wij
van de Kaag kenden. Hij woonde op het woonschip 'De Wiekslag' en lag
zomers aan de Kaag en 's winters in het Zuider Buiten Spaarne in Haar
lem. Hij was toen directeur van het Koloniaal museum in het gebouw
Welgelegen aan de Paviljoenslaan, nu de Provinciale Griffie.
Ik vond echter ook, dat de zaak, waar sinds de verbouwing van 1913
niets gewijzigd was, een opknapbeurt nodig had. Hierbij werd ik gehol
pen door de heer W. Stoutenbeek sr. uit Beverwijk, die ook onze meube
len op het bovenhuis had geleverd. De hor voor het raam in de voorge
vel werd vervangen door een glas-in-loodraam met naam van de nv
gemaakt door de glazenier Bogtman. Aan de binnenkant werd een licht
bak aangebracht, die 's avonds het glas-in-loodraam verlichtte. Ook voor
het kantoorraam kwam een dergelijk glas-in-loodraam. De lessenaar op
de verkooptafel verdween. De Deventer loper verdween en er kwam
nieuwe vloerbedekking met daarop een paar perzen. Voor de haard
kwam een tafeltje en twee nieuwe leren fauteuils. Tegenover de haard
kwam een toonbankvitrine, waarin stoffen en gemaakte kleding geëxpo-
Haerlem Jaarboek 2004