nen gaan. 's Avonds laat bracht ik met de auto werk naar Amsterdam waar werkwilligen het werk maakten. In 1938 overleed de heer Stavenuiter en omdat mijn broer Geer vaak ziek was, kwam nu ook de boekhouding en het personeelsbeleid voor mijn rekening. Er bestond een vereniging van werkgevers: de Bond van Maatkledingbedrijven in Nederland. Deze bond was in 1908 opgericht, waarbij mijn vader aanwezig was en lid werd. In de jaren twintig had mijn broer hiervoor bedankt, maar in 1934 werden we weer lid. Ik bezocht de vergaderingen en heb heel prettige herinneringen aan de zomervergade- -38- ringen met een uitgaansdag. Ik werd ook voorzitter van de afdeling Haarlem, waar toen elf leden waren. Daar er nog steeds veel werkelozen waren, organiseerden wij in 1938 op verzoek van het gemeentebestuur van Haarlem een herscholingscur sus. Onder leiding van onze coupeur Enterman werd een aantal kleer makers de kneepjes van het vak weer bijgebracht. Ik maakte van deze cursus een smalfilm die een keer voor de Bondsleden werd vertoond. Toen ik in 1931 in de zaak kwam, zaten wij op het dieptepunt van de crisis. Van 1934 tot 1939 ging het weer iets beter in de maatkleding. In 1939 kwam de mobilisatie en moesten vele cliënten onder de wapenen. Ze wil den er toch netjes bij lopen in hun verloftijd, zodat wij toen buitenmodel uniformen gingen maken en wij leverden kepies, beenkappen, koppels, sabels en sterren en strepen. Daarvóór hadden wij dit bijna nooit gedaan, dus het werd een heel nieuwe afdeling. Vroeger hadden we wel gala-uni formen gemaakt voor ministers, burgemeesters en andere hoge ambtena ren. Deze werden echter in de jaren dertig steeds minder gedragen en na de oorlog helemaal niet meer. De oorlogsjaren Op 10 mei 1940 had ik afspraken voor reisbezoeken in het land. Het eer ste bezoek zou zijn bij de heer H.A. Hidde Nijland in Laren, waar ik altijd om 8.30 uur moest zijn, voor hij naar kantoor ging. Ik ben er natuurlijk niet geweest, want 's nachts brak de oorlog uit. Wij logeerden toen in Warmond, want Gerarda was van de trap gevallen en mocht niet ver voerd worden. Die ochtend reed ik niet naar Laren, maar wel naar Leiden om Dick (zuster van Gerarda) te halen uit het ziekenhuis. Zij was geopereerd aan een blindedarmontsteking en het ziekenhuis moest wor den ontruimd. Onderweg zag ik de parachutes in de lucht hangen boven het vliegveld Valkenburg waar de Duitse soldaten een overval pleegden. Eén van de Pinksterdagen 12 of 13 mei reed ik met Dirk Slingerland, de schipper van de jachthaven 't Fort in Warmond, de jachthaven van mijn Haerlem Jaarboek 2004

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 40