durfde ik nog niet aan, omdat dit naar mijn gevoel te veel concurrentie gaf met de maatkostuums. Ook alle modeartikelen werden nu verkocht. Collegae van gerenommeerde maatkleermakerijen beweerden dat ik mijn eigen graf aan het graven was. Deze maatkleermakerijen zijn allemaal verdwenen en wij bestaan nog steeds. De verkoop buiten Haarlem, werd gestimuleerd door de overname van de cliënten van zaken, die liquideerden door overlijden of ouderdom van de eigenaar. Dit waren: 1953 H.R. Bruce, Groningen 1957 De Greeff-Verwiel, Waalwijk -49- 1958 J. Ockeloen, Haarlem i960 Kurt Öffner, Den Haag 1963 K. van den Wildenberg, Eindhoven 1968 Fa. Prinsen, Haarlem 1969 Anton Sanders, Rotterdam 1970 Eduard Nijman, Haarlem 1971 A. Domhof, Den Haag Deze overnames kwamen tot stand door het ontvangen van een cliën- tenlijst. Over de eerste drie jaren kreeg de verkoper dan een bepaald per centage van de omzet aan deze cliënten. De nieuwe cliënten kregen een dubbele circulaire: één helft van de verkoper, dat hij zijn zaak ging slui ten en de cliënten aanraadde om voortaan bij Van der Steur hun pakken te laten maken. Op de andere helft schreef ik een aanbeveling om bij mij te komen en dat ik de cliënten aan huis of op kantoor kon bezoeken. Daarna ging ik deze personen bezoeken en probeerde ze een eerste bestelling te laten plaatsen. Meestal lukte dat. Soms zei iemand: 'Hoe weet ik nu dat U een goed kostuum voor mij kunt maken.' Ik antwoord de: 'Ik kan U een lang verhaal vertellen, maar laat U een pak maken, dan weet U het.' Er waren vele goede cliënten bij, die nog jaren lang door mij bezocht werden en er waren ook nieuwe belevenissen. In het algemeen was de ontvangst vriendelijk en werd het bezoeken aan huis op vaste dagen en uren zeer gewaardeerd. Ook was ik wel eens niet welkom. In Brabant vroeg iemand aan mij: 'Bent U katholiek of protestant?' Toen ik hem zei dat ik protestant was, mocht ik direct weer gaan! Een cliënt zei eens tegen mij: 'Als het voorjaar is begonnen op 21 maart, dan kun je er zeker van zijn, dat Van der Steur in dezelfde week voor de deur staat om 13.00 uur op een dinsdag.' In Zeeuws-Vlaanderen kwam ik bij een nieuwe relatie en mevrouw zei: 'Mijn man moet een vest hebben.' Zij zochten een staal uit en omdat ik de bestelling van één vest vreemd vond, vroeg ik nog: 'Moet U alleen L. VAN DER STEUR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 51