II
Ontwerp voor de bouw van het weeshuis aan de Olieslagerslaan, 1906.
(coll. Kennemer Atlas)
d.d. 12 februari, dat de schoollokalen aan de door de wet gestelde eischen
voldoen.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten.91
De ferme handtekeningen van voorzitter F.R. Crommelin en van secreta
ris F.M. van Lijnden prijken zoals gebruikelijk onder het verslag. IO>
De zo noodzakelijk geachte nieuwbouw, die in deze vergadering
besproken werd, zou inderdaad worden gerealiseerd. Een perceel aan de
Olieslagerslaan, een stuk land dat al eeuwen in bezit van de instelling
was, werd gekozen als locatie.
Dat de bouwvoorbereidingen grondig werden aangepakt blijkt uit de
vergaderverslagen van de nu volgende jaren. Zo stuurden de regenten in
april 1905 een uitgebreide vragenlijst aan andere goedbekende weeshui
zen om gegevens te verzamelen voor de bouw- en inrichtingseisen voor
een modern weeshuis. Het gebouw aan het Groot Heiligland werd na
langdurige onderhandeling in februari 1906 aan de gemeente verkocht.
Hoewel enkele Haarlemse architecten, onder wie de befaamde J.A.G. van
Rechts: plattegrond van het nieuwe weeshuis aan de Olieslagerslaan. Links is
de afdeling voor de jonge kinderen en de grote meisjes, rechts de afdeling
voor de grote jongens. Hun leven speelt zich gescheiden af. De meisjes en de
jongens hebben zelfs een eigen ingang. Alleen bij feesten en hoogtijdagen gaat
de schuifwand tussen de beide eetzalen in de achtervleugel open. De regen
tenkamer bevindt zich in het middendeel. Bij een interne verbouwing en ver
huizing op een later tijdstip is de bestuurskamer verplaatst naar de jongens
kant, naar de oorspronkelijke gymnastiekzaal.
Haerlem Jaarboek 2004
-66-
w f8*"
1_ - - .1
f-'ti-UMyil!
U-ML|