verantwoordelijkheid ten aanzien van de oudere meisjes sfeer en stem
ming in het Huis als geheel in de gaten houden.
Zagen de kinderen van het weeshuis in vroegere tijden de regentenka
mer nog wel eens van binnen bij bepaalde hoogtijdagen, bij eventuele
'vermaning' en bij vertrek, halverwege de twintigste eeuw was dat zeer
uitzonderlijk geworden. Het gebruik dat elk kind eenmaal per jaar voor
de Regentschap verscheen voor een evaluerend gesprekje was inmiddels
afgeschaft. De geheimzinnige kamer, achter die deur die bijna altijd op
slot was, had een bijnaam onder de kinderen: het 'Heilige der Heiligen'.
Aanpak en indeling binnen het weeshuis veranderden rond 1950 ingrij- —75—
pend. De heer J. de Nie, die in 1945 directrice Jkvr. H.A. van Kretschmar
na een bewind van bijna 25 jaar was opgevolgd, had - natuurlijk na toe
stemming van de Regentschap - korte metten gemaakt met de strikt
gescheiden jongens- en meisjesafdeling, zo modern toen het gebouw in
1908 werd neergezet. De kinderen waren nu verdeeld over zes groepen
van 12 a 13 leden, variërend in leeftijd van 4 tot 18 jaar. De groepen met
elk een eigen groepsleidster en getooid met knusse en speelse namen (De
Stulp, De Nieuwe Honk, De Woelige Hoeve, Het Kraaiennest, Het
Vooronder en De Roef) hadden dus zelfs oudere meisjes en jongens
samen in de groep. Dat laatste was zeer vooruitstrevend voor die tijd!
Het gebouw aan de Olieslagerslaan, hoewel ontworpen voor een ande
re situatie, voldeed ook aan deze nieuwe groepsindeling. Een stagiaire,
die in 1959 als assistent-leidster in een van de groepen werkzaam was,
schetste in haar stageverslag een idyllisch beeld van het weeshuis, dat in
deze tijd werd omgedoopt tot Coen Cuserhuis, genoemd naar de schen
ker van het eerste armenhuis in 1394:
'Het gebouw doet denken aan een kasteel. Trots steken de torentjes
de lucht in; de klimopbegroeiing en de boomaanplanting maken, dat
alles een vriendelijk aanzien biedt. De binnenplaats is in tweeën ver
deeld; door een poort gaat men van het westelijk naar het oostelijke
gedeelte. Vanuit de verschillende groepskamers kan men door open
slaande deuren op de binnenplaats komen. In de zomermaanden
treft men heel dikwijls leidsters en kinderen op de stoepjes er voor.
De binnenplaats biedt voldoende speelruimte voor alle kinderen en is
voorzien van schommels, klimrekken en zandbakken. Tevens is er
een speelweide. De gangen zijn licht geverfd en lijken niet zo lang
door de bloembakken, die er dwars in geplaatst zijn. In en om het
hele gebouw ziet men overigens bloemen en planten, evenals dieren:
vissen, vogels, katten, kippen en nog niet zo lang geleden zelfs scha
pen. De groepskamers zijn allen verschillend ingericht en stuk voor
stuk huiselijk en gezellig.' 22>
CLARA BRINKGREVE