Tot zover het idyllisch beschreven uiterlijk aanzien van de instelling, waarbinnen het kinderleven in de verschillende groepen zich desalniet temin volgens strenge regels afspeelde. 'Het is noodzakelijk, dat van deze regels zo min mogelijk afgeweken wordt en dat zij voor alle groepsleden gelden', verwoordde dezelfde stagiaire het opvoedingsbeleid van de instelling, daaraan toevoegend: 'juist deze kinderen die zoveel "vrij" gela ten zijn, hebben er behoefte aan hun grenzen te weten'. Die kinderen om wie het gaat, komen, volgens het verslag van een andere leidster in oplei ding die vier jaar later stage liep in het Coen Cuserhuis: 'uit verwaarlo zende milieus, maar vooral ook van gescheiden ouders'. Hoe modern een aantal veranderingen ook waren die plaatsvonden in de eerste twee decennia na de tweede wereldoorlog, sommige zaken ble ven zeer traditioneel. Mevrouw G.D. Bredius-Gockinga, die al meer dan veertig jaar lid is van de Regentschap, waarvan de laatste dertien jaar als voorzitster, herinnert zich de sfeer van de maandelijkse vergaderingen toen zij in 1963 aantrad als 'zeer formeel'. In een interview vertelt zij uit voerig over de sfeer van de vergaderingen: 'De stijlvolle omgeving droeg daartoe bij. De heren zaten bij de voor zitter en de dames onderaan de tafel bij de directeur. De voorzitter opende met gebed (dat zijn we overigens blijven doen, al is het gebed wat aangepast aan de tijd). Ik was verreweg de jongste, net dertig jaar. Mijn bijdrage was onder andere het verzorgen van de thee. Naast mijn stoel stond een theestoof met een rood koperen ketel met warm water, op tafel het zilveren theeservies. Op de eerste vergade ring zei de voorzitter dat ik één maal aan de aanwezigen mocht vra gen wat ze in hun thee wilden en dat ik het dan moest weten. De vergaderingen begonnen zonder directeur. Er zouden eens punten kunnen zijn die beter zonder directie besproken konden worden! Hierna mocht een van de regenten op de bel drukken om de direc teur te laten weten dat hij verwacht werd. Dan deed de directie ver slag over het wel en wee in het huis. De voorzitter met enkele leden besliste ook mee over de opname van de pupillen. Zij kregen alle stukken en hadden een grote inbreng in het opnamebeleid.'24) De regentessen hadden nog lang een eigen specifieke taak. Met de adjunct-directrice voerden zij regelmatig overleg over huishoudelijke zaken, aanstaande evenementen en verjaardagen. Als een kind jarig was kocht een van de regentessen, na overleg met de groepsleidster, een cadeautje en ging vervolgens op verjaarsvisite. Steevast kreeg ze dan ook het eigen kastje van het jarige kind te zien, keurig opgeruimd voor de Haerlem Jaarboek 2004

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 78