gelegenheid. Associaties met het hoofdstuk 'De nieuwe regentes' uit het
autobiografische Jaapje van schrijver en schilder Jacobus van Looy, die
van i860 tot 1876 opgenomen was in het Haarlemse Burgerweeshuis en
in zijn boek een regentessebezoek beschrijft, zijn bijna onontkoombaar.
De leden van de Regentschap mochten dan vasthouden aan een aan
tal uiterlijke tradities bij hun maandelijkse vergaderingen in de stijlvolle
bestuurskamer, omringd met kostbare schilderijen en eeuwenoude naam
borden van hun voorgangers, directeur Harteveld - die in 1965 was aan
getreden en op zijn beurt vernieuwingen wilde doorvoeren - vond een
open oor voor zijn voorstellen. Om te beginnen pakte hij de manier van
leiding geven binnen de instelling drastisch aan. Zijn voorganger was in
vele opzichten nog een echte 'weesvader', die alles zeer patriarchaal
regelde. De nieuwe directeur wilde dat de groepsleidsters veel meer eigen
verantwoordelijkheid kregen en dat hun taak niet beperkt bleef tot louter
de verzorging van de kinderen. Bovendien werd de sfeer in het huis zake
lijker doordat men gaandeweg de inwoning van personeel afschafte. Een
ander belangrijk aspect van het nieuwe beleid was de ondersteuning van
de eigen staf door gespecialiseerde adviseurs van buitenaf, zoals een psy
choloog, een kinderarts, een kindertherapeut en een neuroloog. Kortom,
de behandeling van de kinderen werd minder algemeen en beter gefun
deerd, meer toegespitst op elk kind apart. Dat de behoefte aan een pro
fessionele aanpak zo sterk gevoeld werd, hing samen met de aanmelding
van een groeiend aantal moeilijk opvoedbare kinderen. De veranderin
gen in de maatschappij vereisten een nieuwe aanpak.
De Regentschap gaf de directie krachtige steun. Hoe concreet vanaf
het eerste begin die steun was en hoe de noodzaak tot een nieuwe sfeer
en aanpak werd meegevoeld, illustreert de volgende anekdote, in 2004
opgetekend uit de mond van voormalig directeur Harteveld: 'Toen ik net
een week in dienst was, kwam Jhr. van Valkenburg (voorzitter van de
Regentschap) langs op de directiekamer, keek om zich heen en zei me
vervolgens "eerst eens nieuwe meubels aan te schaffen, dat hij althans in
het meubilair van z'n grootvader niet zou kunnen werken'". 2=> De
'Begroting inrichting directeur, d.d. 23 juli 1965' laat zien dat dit inderdaad
ferm werd aangepakt, met de aanschaf van een complete, uiterst moder
ne, kantoorinventaris compleet met Gispen-bureau 44°r), een
Olympia-kofferschrijfmachine 375,-) en een vergaderzitje met vier fau
teuils 836,-).26>
De ontwikkelingen in de kinderzorg gingen snel in de jaren die volg
den en daarbinnen fungeerde de Regentschap steeds meer als een
modern bestuur. Zeer betrokken, maar niet meer in direct contact met de
kinderen, voerde het college haar taken uit vanuit de stemmige regenten-
CLARA BRINKGREVE