van de burgerwacht genoteerd als zijnde katholiek.l8) Hij moet dus na die
datum zijn vertrokken. Heeft hij in Haarlem zijn jongste zoontje Dirck
Nederduits Gereformeerd laten dopen om opportunistische redenen?
Bijvoorbeeld vanwege die betrekkingen met protestantse werkgevers en
hun eventuele bemiddeling bij de emigratie?
Boudewijns grootvader Peter van Offenberch (voor 1530-1580)
Boudewijn van Offenberch was dus van vaderszijde een tweede genera
tie immigrant. Hoe belandde zijn familie in Haarlem?
De grootvader van Boudewijn was Peter van Offenberch, van beroep
'coopman in laeckenen' te Antwerpen. In het Antwerpse Stadsarchief
worden twee Offenberchs genoemd: Lucas en Peter, afkomstig uit Wesel.
Beiden zijn koopman, Lucas in laken en Peter in wijn. Onze Peter, Bou
dewijns grootvader, is echter ook lakenkoopman: een derde Offenberch,
de zoon van Lucas? De verwijzingen kunnen ook dezelfde Peter betref
fen, want in die tijd was het heel gebruikelijk om beide producten tege
lijk te verhandelen.20)
In een studie over de Duitse handel met betrekking tot Antwerpen
gedurende de periode tussen 1545 en 1552, wordt meermalen een 'Lukas
von Offenborch' genoemd in verband met transacties met Londen en uit
alles blijkt dat hij een vooraanstaande handelaar is met internationale
contacten. Lucas is 'Wolltuchhandler und Bürger von Antwerpen', maar
van oorsprong een Duitse koopman. 2I> Zoals bekend was Antwerpen de
grootste en meest internationale handelsmetropool van Noordwest-
Europa in die tijd. Een uitgelezen plek voor ondernemende kooplieden,
en het verbaast dus niet in die stad een grote gemeenschap van Duitse
ondernemers te vinden, waaronder meerdere Van Offenberchs.
De wijnhandelaar Peter van Offenberch komt voor in de Weselse
Stadsrekeningen van 1565.22' Hij verhandelt Rijnwijn van Wesel naar Ant
werpen die in Dordrecht wordt verscheept, waar overigens zijn broer
Wouter van Offenberch woont. Enkele jaren daarvoor, in 1561 machtigt
Peter de stadsbode van Wesel om zijn geldzaken te behartigen.231 Wesel
was destijds een belangrijke textielstad en ook werd vandaar uit veel
Rijnwijn geëxporteerd. Bovendien wordt Peter in 1563 genoemd als
schuldeiser van jonker Henrick van Bylant. Interessant in verband hier
mee is het feit dat een familie Van Offenberch een waterburcht in Praest
bij Emmerich bezit, die in 1554 wordt verkocht aan Adriaan van Bylant.
Dit 'Huys Offenberg' is in 1745 getekend door Jan de Beyer en opgeno
men als illustratie in Het verheerlykt Kleefschland (Amsterdam 1792).
Offenberch wordt in de grenstaal als 'auff en berg' uitgesproken, vandaar
Haerlem Jaarboek 2004