't Huys den Offenberg bij Praest, gem. Emmerich,
in 1745 door Jan de Beyer getekend en in koper
gestoken door Paul van Liender in 1761. (uit: Het
Verheerlykt Kleefschland, Amsterdam 1792).
de naam van de hooggelegen waterburcht. Deze verwantschapslijnen
vormen echter een hoofdstuk apart. Peter, Boudewijns grootvader, was
dus een telg uit een koopmansgeslacht dat diverse eeuwen woonachtig
was in het Rijnland, in Emmerich/Praest, Rees en Wesel.
Economische en/of godsdienstige motieven kunnen voor vestiging in
Antwerpen een rol hebben gespeeld. Wesel was de eerste onder de
Nederrijnse steden die zich tot de reformatie bekeerde. De Offenberchs
in het Nederrijnse waren en zijn overwegend rooms-katholiek, evenals de
takken die rechtstreeks vanuit het Rijnland naar Nederland emigreerden.
Het merendeel van de Offenberchs dat vanuit Antwerpen naar
Nederland is getrokken is echter protestants. Binnen één familie trad
vaak religieuze tweespalt op. Antwerpen was op godsdienstig gebied zeer
tolerant en daarom aantrekkelijk voor emigratie. Toch lijkt een econo
mische drijfveer meer aannemelijk. Na enkele eeuwen van bloei beleefde
Wesel rond 1500 namelijk een dieptepunt in haar textielhandel.241 Omdat
de poorterboeken van Antwerpen in 1533 aanvangen en daarin geen
Offenberchs worden vermeld, zou hun vertrek uit Wesel voor die datum
moeten vallen. Dit is echter geen waterdicht bewijs, want als zij met
Antwerpse poorteressen trouwden werden zij vanzelf poorter. Bij Peter
en Lucas staat in de Antwerpse archiefbronnen de toevoeging 'van
Antwerpen'. Dat betekent dat zij er al een tijdje wonen.
Boudewijns grootvader Peter Van Offenberch uit Wesel is inderdaad
met een Antwerpse getrouwd: Anna de Riddere, dochter van Jan de
Riddere en Catheryne van Berckelaer. Het huwelijk moet plaats hebben
gevonden voor 1559, want hun tweede zoon Pieter wordt in dat jaar gebo
ren. Het geboortejaar van de eerste zoon Lucas is niet bekend. Omdat
GERTRUDIS A.M. OFFENBERG