over haar te vinden. Twee jong overleden kinderen worden in de
Broederkerk begraven in 1599 en 1605 als 'dochtertje van Peter van
Offenberch'. In Haarlem wordt in 1604 een 'Pieter van Offenberch huys-
vrou' vermeld als zijnde begraven in de Janskerk, maar dit is haar schoon
moeder Anna de Riddere. In het Stamboek van den Frieschen Adel staat
Maria van Loo vermeld als Maria Boudewijndr, gehuwd met Offenbergh
en als kinderen zijn genoemd Boudewijn, Anna, Josina, Jacomina en
Maria. Waarschijnlijk werd zij begraven in het familiegraf in Leeuwar
den.
Boudewijn in Haarlem
Als Boudewijn zes jaar is verhuizen zijn ouders naar Kampen, omdat zijn
vader als lakengroothandelaar daartoe door het stadsbestuur is aange
zocht. Misschien gaat hij daar of in Haarlem op de Latijnse school en
daarna als koopman in de leer. Een dergelijke opleiding bestond meestal
uit een praktijkperiode als koopmansknecht, waarvoor veel werd gereisd.
Het is aannemelijk dat hij zijn vader niet opvolgt in de lakenhandel,
omdat die nering over het hoogtepunt heen was, en omdat zijn oom
Dirick de familiezaken in Kampen voortzet. In elk geval blijkt dat Boude
wijn ook zaken vanuit Haarlem doet, omdat hij in enkele notariële akten
'coopman binnen Haerlem' wordt genoemd.
In 1612 treedt hij in Haarlem als 22-jarige toe tot het nieuwe derde
schuttersvendel onder commando van Hans (Johannes) Damius. En vier
jaar later wordt hij door Frans Hals vereeuwigd, evenals in 1627, het jaar
van zijn huwelijk op 25 mei met Beatrix Laignier. Zij is de dochter van
Maximiliaan Laignier, afkomstig uit Rijssel en Katelijne Goubau uit
Antwerpen. Maximiliaans vader Jean was van 1585 tot 1594 directeur van
de Bank van Lening in Haarlem. Bij zijn onverwachte dood volgt zoon
Maximiliaan hem op. In 1600 draagt Maximiliaan een derde van zijn
octrooi over aan Andries Mahieu die ook al uit Antwerpen komt en
getrouwd is met diens halfzuster. Zij verhuizen de Bank in 1617 naar het
pand in de Kleine Houtstraat, hoek Gortesteeg.44) Alle genoemde perso
nen zijn, evenals de Van Offenberchs, Nederduits Gereformeerd. Kende
men elkaar al uit de Antwerpse periode? Een jaar voor Boudewijns
huwelijk met Beatrix Laignier sterft haar vader; de zaak gaat over naar
haar broer Johan die advocaat is bij het Hof van Holland.
Boudewijn trouwt pas op 37-jarige leeftijd, overigens niet ongewoon
voor een koopman. Hij blijft dus lang vrijgezel en kon zijn functie als
vaandrager daardoor geruime tijd vervullen. Heeft de dood van zijn
schoonvader Maximiliaan Laignier, en daardoor het vrijkomen van (veel)
Haerlem Jaarboek 2004