ervan bestaat uit een onder- en een bovenraam, gescheiden door een licht
gebogen kalf. De bovenlichten van het grote raam en ook die van de
beide schuin geplaatste zijlichten zijn voorzien van een ruitverdeling.
Ook ter hoogte van deze bovenlichten zijn de oranje gekleurde banden
in het pleisterwerk aangebracht.
Boven de erker bevindt zich een brede loggia die afgesloten is door een
als halve cirkel uitgevoerde boog. Deze wordt omsloten door een gekleur
de gemetselde band. Aan de beide uiteinden van deze band is in het pleis
terwerk een zweepslagmotief te zien. De loggia wordt aan de onderkant
afgesloten door een gemetselde balustrade. De cirkelvormige afsluiting -101-
aan de bovenkant gaat op een sierlijke manier over in de top van de gevel.
Op de boog is een balustrade geplaatst die verwant is aan de afsluiting
onderaan de loggia, alleen zijn hier de verticale delen van de balustrade
verbonden door oranjekleurige boogjes. Aan weerszijden hiervan is een
stevig opzetstuk geplaatst. Haaks hierop, aan de achterzijde wordt dat
onderdeel ondersteund door een gebogen balustrade.
De beide andere woningen die tot het bouwblok behoren zijn eenvou
diger van opzet. Het metselwerk van nummer 8b is uitgevoerd in paarse
gevelstenen. De toegang van deze woning bevindt zich in een portiek. De
authentieke voordeur van dit huis is voorzien van een bovenlicht met
ruitjes. Boven het portiek is een loggia geplaatst die aan de bovenzijde
door een wat onduidelijk gevormd witgepleisterd element, waartoe ook
een dakkapel behoort, is afgesloten. Aan de onderkant van de loggia staat
een houten hekje. Het links van het portiek gelegen gevelgedeelte wordt
beëindigd door een witgepleisterde top die de vorm heeft van een afge
knotte driehoek. De ramen die zich op de begane grond en de eerste ver
dieping bevinden zijn min of meer gelijk aan de ramen van nummer 10,
behalve dat de ramen op de bovenverdieping samengevoegd zijn tot één
geheel.
Het metselwerk van woning nummer 8b rood bestaat evenals bij num
mer 10a en iob uit oranje verblendsteen. Het gevelgedeelte waarin zich de
voordeur bevindt ligt iets terug. Het wordt aan de bovenkant afgesloten
door een gedeeltelijk witgepleisterd plat afgedekt dakhuis waarin het
raam van de zolder is opgenomen. Boven de voordeur van deze woning,
die nog authentiek is, zit een bovenlicht met ruitjes met daarboven een
latei. Op de eerste verdieping boven de deur bevindt zich een Frans bal
kon. De ramen in het bredere deel van de gevel zijn qua afmetingen en
indeling gelijk aan die in het naastliggend pand. De geveltop van dit
gedeelte, dat wat breder is dan bij het naburig pand, heeft eveneens de
vorm van een afgeknotte en witgepleisterde driehoek. Beide driehoeken
zijn afgedekt met een overstekende dakrand die steunt op geprofileerde
KRIJN HAASNOOT
