bovenlicht. Elk deel is afgesloten met een halve cirkel. Alle rechthoekige ramen en ook de beide gekoppelde, niet authentieke, voordeuren en de beide andere deuren op de begane grond zijn met een segmentboog afge sloten. In de boogtrommels zijn ook hier weer zweepslagmotieven aan gebracht. De beide zolderramen hebben een afsluiting die de vorm heeft van een wat gotisch aandoende driepas. Het bovenlicht van deze ramen heeft zich hierbij aangepast. De architectuur van dit pand vertoont kenmerken die zowel ontleend zijn aan neostijlen als aan de jugendstil. De trapgevel van het winkelhuis, de speklagen, de beide topgevels en de driepas boven de zolderramen zijn -109- ontleend aan historische vormen. Maar de ramen van het winkelhuis, de overhoekse erkers en de decoraties in de boogtrommels zijn ontleend aan de nieuwe stijl. Een voorbeeld van eclectische vormentaal. Raamvest 9a, 1903 Architect: onbekend Indiener bouwaanvraag: F.C. Brakel, timmerman/aannemer, wellicht was hij ook de ontwerper De gevel van dit smalle woonhuis is asymmetrisch van opbouw. Het met selwerk bestaat uit rode bakstenen. Het gevelgedeelte, waarin zich de voordeur bevindt, is aan de bovenkant afgesloten met een korte goot. Tussen de consoles, waarop het gootje rust, is een uit gekleurde tegeltjes Raamvest 9a (foto Maarten van Wamel) KRIJN HAASNOOT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2005 | | pagina 111