De ontwerpers van de beschreven gebouwen zijn voornamelijk Haar
lemse architecten en bouwkundigen. De architecten Van den Ban en
Doeglas dienen hierbij met name genoemd te worden. Van den Ban
(1860-1943) had als jong architect al een ruime ervaring opgedaan met de
vormentaal van de neostijlen en verwierf ook buiten Haarlem bekend
heid. Mogelijkerwijze beïnvloed door zijn opdrachtgevers zijn sommige
gebouwen die hij gedurende de jugendstilperiode ontwierp, gekenmerkt
door een strakke vormgeving waarin de decoratieve onderdelen een
ondergeschikte rol spelen. Eigenschappen dus die karakteristiek zijn voor
de sobere variant van de jugendstil.
De vormgeving van de gebouwen die Doeglas ontwierp heeft met
betrekking tot de detaillering van kozijnen, ramen en deuren een wat
zwieriger karakter. Dit blijkt ook uit de toepassing van florale- en zweep
slagmotieven die hij gebruikte bij de versiering van speklagen en boog-
trommels. Beide architecten maakten gebruik van nieuwe bouwmateria
len zoals verblendsteen en profielstaal.
De invloed van de rationele baksteenarchitectuur van Berlage is in de
Haarlemse voorbeelden van de jugendstil vaak waar te nemen. Dit doet
zich bijvoorbeeld duidelijk voor bij het stationsgebouw, het meest beken
de voorbeeld in Haarlem van door de Nieuwe Kunst beïnvloede archi
tectuur. Vooral de massawerking en detaillering van dit gebouw duidt op
de vormgeving van Berlage.
Jugendstil en art nouveau hebben zich vooral in het eerste decennium
van de twintigste eeuw een plaats verworven in de Europese cultuurge
schiedenis. Daar maakt ook Haarlem deel van uit. Weliswaar een
bescheiden deel, maar het is toch zeer de moeite waard dit erfgoed met
zorg te beheren.
Bronnen
Roland Blijdenstijn en Ronald Stenvert, Bouwstijlen in Nederland 1040-
1940, Nijmegen 2000.
Rein Blijstra, Art nouveau in 's Gravenhage, Maandblad Gemeente 's
Gravenhage 1967, nr. 12.
Carolien de Bruyn en Ineke Schwarz, Langs jugendstil en art deco,
Utrecht/Antwerpen 1992.
K. Haasnoot, 'Het Wilhelminapark', in: Jaarboek Haerlem 1999, p. 110-
138, Haarlem 2000.
Herman Hekkema en Rita Overbeek, Art nouveau-architectuur in
Groningen, Groningen 1988.
Fransje Hooimeijer en Annuska Pronkhorst, Berlage, een bouwmeester
in beeld, Alphen aan den Rijn 2002.
KRIJN HAASNOOT