ook dan nog aanspraak op maken 350 lang thuishonk te zijn geweest van zo niet de 'oudste courant van Nederland', dan toch wel van een courant met een grote en internationale reputatie. Hoewel er de afgelopen 150 jaar verhoudingsgewijs veel is gepubliceerd over en rond de ohc, laat een integrale geschiedschrijving nog steeds op zich wachten. Enerzijds is dat opmerkelijk, want van geen enkele Neder landse courant met wortels in de zeventiende eeuw is zóveel bewaard gebleven als van de ohc. Nagenoeg alle jaargangen van 1656 tot 1942 en een omvangrijk bedrijfs- en familiearchief vanaf het begin van de acht tiende eeuw liggen in de enorme kelderkluis van de firma Enschedé in Haarlem te wachten op onderzoekers die daar hun tanden in willen zet ten. Anderzijds is het toch ook niet verwonderlijk, want die ongekend rijke collectie is pas de afgelopen jaren systematisch geordend en ontslo ten door conservator Johan de Zoete. De auteurs van dit artikel hebben zeker niet de ambitie hier de eerste aflevering van die integrale geschiedschrijving te presenteren. Maar bij wijze van smaakmaker voor toekomstige onderzoekers willen zij, mede naar aanleiding van het jubileum 1656-2006, licht werpen op enkele aspecten van de vroegste geschiedenis van de ohc, die tot nu onbekend waren dan wel in vergetelheid geraakt. Nieuwe vondsten, nieuwe feiten De omvangrijkste en meest gedetailleerde studie over de ohc waarover we beschikken,4' dateert van 1873, toen mr. W.P. Sautijn Kluit zijn 130 pagina's tellende artikel 'De Haarlemsche Courant' publiceerde in de Handelingen en Mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. Kluit (1838-1894) kon zich als welgesteld vrijgezel geheel wijden aan zijn grote passie: de geschiedenis van de Nederlandse pers. Tussen 1865 en 1896 zijn van zijn hand wel 70 grotere en kleinere publi caties in het licht gebracht, in totaal ongeveer 3000 gedrukte pagina's. Kluit was per saldo meer bibliograaf dan pershistoricus. Hij verschaft dan ook vooral gedetailleerde gegevens over formaten, lettertypen, vignetten, titelwijzigingen, prijzen e.d. Daarnaast vinden we in zijn artikelen veel gegevens over uitgevers, drukkers, redacteuren, correspondenten en Links: Weeckelijcke Courante van Europa van 19 oktober 1658 (Niedersachsisches Staatsarchiv, Oldenburg). Van de ca. 150 nummers die tussen begin 1656 en eind 1658 verschenen, zijn er slechts 10 bewaard gebleven, waarvan 3 in Nederland. INGRID MAIER EN RENÉ VOS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2005 | | pagina 13