die deze functies veruit het langst, namelijk bijna dertig jaren, heeft uit
geoefend, mevrouw Vorstman. De secretaris bepaalt de 'teneur' van de
vastlegging. Want aan de naakte feiten wordt een mening, een waarde
ring gekoppeld. Zelden is dat een expliciete stellingname, meestal moet
de lezer tussen de regels door lezen.
Het grote Notulenboeku) der Vereniging loopt van de algemene leden
vergadering op 8 januari 1929 tot aan de laatste vergadering waarbij het
echtpaar Vorstman aanwezig is, in mei 1958. Het bevat verslagen van
bestuursvergaderingen en van de jaarlijks gehouden algemene ledenver-
-148- gaderingen, alsmede de opgestelde jaarverslagen. Het Notulenboek is in
een goed leesbare, ferme hand geschreven. De zinsbouw is duidelijk.
Naarmate de tijd verstrijkt is het boek ook van een bijna rituele eento
nigheid. Hier wordt het verhaal neergeschreven van een goed lopende
trein, die telkens dezelfde stations aandoet; tot ieders tevredenheid. Geen
spektakel, maar kalme voortgang.
Het verslag van de ledenvergadering bevat wat het bevatten moet: het
voorlezen van het jaarverslag door de secretaresse, en van het finantieel
[sic] jaarverslag door de penningmeester. De verificatiecommissie die
meldt dat de boeken in orde bevonden zijn. Het voorstel tot en de finan
ciële décharge van het bestuur. Behalve het afscheid van de aftredende
secretaris en enkele woorden van welkom tot de nieuwe secretaresse, is
er slechts één punt dat op 8 januari wordt besproken. Dat is een uitleg
van het roulerend plaatsensysteem voor de schouwburgavonden, zodat
niet telkens dezelfde mensen de beste plaatsen krijgen. Deze nieuwe acti
viteit van G. en W. die meer op 'Vermaeck' dan op 'Leering' is gericht, is
vanaf het begin buitengewoon populair bij de leden.
Het eerste jaarverslag dat door mejuffrouw Thea is opgesteld (geda
teerd 13 februari 1930) ademt een kalme opgewektheid. Er is geen
'Excelsiorl'-stemming en evenmin is sprake van het tegendeel. Eerder
spreekt uit de toon een nuchter taakbesef. Het ledental is met 100 geste
gen, meldt zij, en dat staat nu dus op 320, met 125 bijkaarthouders. De
convocaties worden sedert juli 1928 netjes gedrukt, als Loopmare
Verder volgt dan een opsomming van de gehouden avonden, waarna zij
haar verslag afrondt met enkele gemeenplaatsen. In de uitweiding bij de
beschrijvingen kan men hier en daar een waardeoordeel lezen. Zo
noteert ze over de waardering van de leden voor schouwburgstukken:
'Tusschen een aantal lezingen die je absolute aandacht vragen, is een
genoeglijk Engelsch blijspel welkom.'15 Stukken of onderwerpen die haar
erg aanspraken beschrijft zij uitvoeriger; zij hangt daaraan ook positieve
bewoordingen als 'prachtig', 'uitmuntende vertolking', 'weergalooze
schoonheid'.
Haerlem Jaarboek 2005