formule. Het beproefde mengsel van ernst en luim, van amusement tot
cultuur. Noch in de bestuurssamenstelling, noch in de doelstellingen, de
uitingsvormen of programmatuur heeft de Tweede Wereldoorlog een
breuklijn gevormd.
Slechts uit een enkele zinsnede in de naoorlogse verslaglegging blijkt
dat de algemene schaarste van invloed was. In het jaarverslag 1946/47
staat:
Op 11 Februari 1947 ontvingen wij bericht, dat de Stadsschouwburg
wegens kolengebrek zijn poorten voorlopig moest sluiten, zodat de -i57-
aangekondigde toneelopvoering van 'De Gijsbreght van Aemstel' op
14 Februari 1947 niet door kon gaan. In de tweede helft van Maart
1947 werden de poorten weer geopend en konden wij ons werk weer
hervatten.'
Overigens kan men de schaarste in die jaren van wederopbouw niet
terugzien in de programma's. Getalsmatig lag het aantal avonden dat G.
en W. zijn leden bood, meteen weer op volle sterkte. En het niveau van
het gebodene was als vanouds.
Op die eerste naoorlogse bestuursvergadering komt wederom het
vraagstuk van het omzetten van vereniging in stichting. De oorlog is er
tussen gekomen, maar juist nu er zoveel is veranderd, is het misschien
wijs om hierover opnieuw van gedachten te wisselen, aldus de voorzitter.
Alle aanwezigen zijn er eigenlijk wel voor, maar de heer Vorstman wil
'voor dergelijke gewichtige aangelegenheden' graag unanimiteit. De
kwestie wordt een jaar aangehouden, zodat de algemene ledenvergade
ring zich erover kan uitspreken. Op 8 februari 1947 is er zowel bestuurs-
als algemene ledenvergadering. Het aantal leden ligt rond de 870, maar
zoals gewoonlijk zijn er slechts een handvol aanwezigen. Op deze verga
dering wordt een nieuwe moderator verwelkomd. Pater Vlaar, collega
docent van Dé Vorstman aan het Triniteitslyceum en een goede vriend
van het echtpaar, is naar Venlo overgeplaatst. Ingaande 1 september 1946
is zijn plaats ingenomen door pater dr. Modestus van Straaten. Verder is
ook de penningmeester wegens verhuizing formeel teruggetreden. Zijn
taken werden al langere tijd feitelijk door mevr. Vorstman uitgevoerd en
zij heeft dit naar aller mening zo voortreffelijk gedaan, dat het voorstel
om die situatie te formaliseren meteen wordt overgenomen. Mevrouw
Vorstman wordt bij acclamatie benoemd in deze tweede functie; zij is nu
zowel secretaresse als penningmeesteres. In zijn afscheidswoord als pen
ningmeester zegt de heer Pastoor onder meer:
LENY WIJNANDS-VAN DER LEIJ