beloond met naamsbekendheid; het signeren van ieder klein stukje was nog geen gebruik. De enige namen die geregeld onder hun stukken verschenen waren die van medewerkers zoals Karei de Jong en J.B. Schuil. De Jong was de muziekcriticus, nogal eens vinnig begreep ik uit wat kenners in de fami lie zeiden; ik kon dat niet beoordelen, de muziekkritiek ging aan mij voorbij. Schuil de toneelcriticus was een beminnelijker man, geloof ik; zo zag hij er ook uit, en ik hoorde dat hij het goed kon vinden met alle of in ieder geval een heel aantal van de actrices van de toneelgezelschappen, -184- misschien zelfs met de acteurs. Hij woonde in Tuinwijk en had een vrien delijke vrouw die zanglessen gaf. Dat was de bekende Haarlemmer Schuil, die ik nog ongeveer voor mij kan oproepen; er bestond een ande re gedaante van hem, de bekende Nederlander Schuil, schrijver van een stuk of zes of meer onvergetelijke jongensboeken - zoals de Artapappa's, Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen, de A.F.c.'ers. Echt onvergetelijk? Niet in detail; wel in enkele verhaalelementen, in hun algemene aanwezigheid, en in het gegeven dat voor het a.f.c. van de A.F.c.'ers h.f.c. model had gestaan, en voor de plaatselijke rivalen ervan, Vitesse, de f.c. Haarlem. Alleen een Haarlemse jongen kon dat boek begrijpen zoals het bedacht was. Als ik meneer Schuil zo duidelijk kan oproepen dat ik meen hem te kunnen herkennen als hij op de aarde zou terugkeren, voel ik een vol doening die ongedaan gemaakt wordt, doordat dat voor haast niemand anders van het vroegere Haarlem's Dagblad geldt. Misschien alleen voor meneer van Ommen. Herkenbaar? - Ja, dat zou hij moeten zijn. Hij was het hoofd van de administratie. Nogal rond van model, niet alomvattend, rond in onderdelen; rond hoofd ook, heel kort geknipt haar, bril zonder montuur. Hij was altijd gekleed in nette pakken, hij was zorgvuldiger dan Oom Piet die aandacht had voor zijn kleren en veel beter dan mijn vader die zijn kleren inderhaast kocht, en nooit zorgvuldig uitkoos. De heer van Ommen zag eruit alsof hij zich nooit in een cijfer vergissen zou; toch een geschikte man, en goed in kleine grappen bij gelegenheid. Het valt tegen dat ik naast meneer van Ommen niet de redactiechef meneer van Tilburg voor de geest kan halen, die markante dikke man. Misschien heeft mijn geheugen hem visueel verwaarloosd, omdat hij bij een ontmoeting meer indruk maakte met zijn gestotter. Hij stotterde heel erg, vooral met de letter p, iets minder ook met de b en met de m als ik mij goed herinner. Sommige mensen konden hem mooi nadoen in zijn afwezigheid; lachsucces verzekerd. Misschien kwam het door zijn spraakprobleem dat hij geen gesprekjes aanging en geen terloopse opmer kingen maakte, en kreeg ik hem daardoor niet duidelijk in het zicht. Hoe Haerlem Jaarboek 2005

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2005 | | pagina 186