alzoo overtreden art. 17 in verband met art. 10 der verordening tot regeling van het toezicht op de prostitutie dezer gemeente, d.d. 17 mei 1894 onder no. 4 en hebben wij meergemelde agenten van politie enz. aan den bekeurde hiervan kennis gegeven, waarvan door ons is opgemaakt dit proces verbaal enz. Aannemende dat het huisnummer 12 niet gefingeerd is, heb ik in de Haar lemse adresboeken uit de jaren '90 van de negentiende eeuw gezocht naar bierhuishouders en logementhouders die in een Haarlemse straat op -204- nr. 12 woonden. Van de 30 bierhuishouders en 19 hotels en logementen bleek er slechts één op een huisnummer 12 gevestigd: C. Elffers in de Brouwerstraat 12. Hoewel deze Elffers in de index van het adresboek wordt genoemd als houder van een bierhuis, luidt de beroepsomschrij ving in het alfabetische deel van het adresboek 'lijkbezorger, kruidenier'. In het adresboek van 1887 komt hij voor als 'aanspreker en lijkbezorger, lid fa. C. Elffers Zn, timmerlieden en aannemer, Lange Lakenstraat 15'. In het adresboek van 1904 wordt hij niet meer genoemd. Als we de gegevens uit het bevolkingsregister ernaast leggen dan blijkt dat Christiaan Elffers, geb. Haarlem 9 november 1831, eerst (in i860) tim merman, later kruidenier was en in 1889 werd ingeschreven op het adres Brouwerstraat 12, komende uit de Lange Lakenstraat. Hij is dan gehuwd met Maria F. Kroonsberg, geb. Haarlem 1 augustus 1833. Het gezin had zeven kinderen, geboren tussen i860 en 1874. Alle zeven vertrokken tus sen 1878 en 1893 uit Haarlem. In november 1901 verhuisde het echtpaar naar de Lange Lakenstraat 20 boven en in augustus 1902 vertrok de vrouw naar Hillegom. Eventuele inwonende personen worden niet genoemd. De vraag is of deze Elffers de bewuste bordeelhouder was. Enerzijds past de opgave van al deze verschillende beroepen - timmerman, lijkbe zorger, kruidenier, bierhuishouder - wel bij een bordeelhouder, ander zijds vraag ik mij af of de Leidsebuurt, waar de Brouwerstraat ligt, wel een goede plek was voor zo'n etablissement. Men zou dit toch eerder in de oude binnenstad verwachten. In het boekje over de Leidsebuurt uit 1983 2) wordt niet over bordelen gesproken. De namen van de in het pro ces verbaal genoemde vrouwen N. en S. bleken niet te achterhalen, ook niet in de bevolkingsregisters van inwonenden en dienstboden. A.G. VAN DER STEUR 1. Vrije Universiteit, Archief H. Pierson Stichting, nr.189, doos 5. 2. Th. v. Gorsel en R. Lagerweij, De Leidsebuurt, Haarlem 1983. Haerlem Jaarboek 2005

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2005 | | pagina 206