Heel veel vertalingen zijn helaas verloren gegaan of door verkeerd
opbergen onvindbaar geworden. Uit sommige jaren is er helemaal niets
bewaard gebleven, vooral uit de eerste helft van de zeventiende eeuw.
Vóór 1660 werden vooral couranten uit Hamburg, Danzig en Amsterdam
vertaald. Het oudste Haarlemse nummer dat in het Russische archief is
bewaard gebleven is nr. 13 van de Haerlemse Saterdaegse Courant van 27
maart 1660; er zijn verder nog drie zaterdagse en twee dinsdagse uitgaven
uit hetzelfde jaar. De Russen waren er redelijk snel bij: de courant van
Casteleyn bestond pas vier jaar en de Russische tsaar was al abonnee! Die
nummers uit 1660 zijn zeker vertaald, maar de vertalingen zijn niet terug
gevonden. Uit de jaren 1660-1664 z'in heel weinig krantenvertalingen
bewaard. Pas begin 1665 vinden we voor de eerste keer vertalingen van
berichten uit de ohc i.e. uit de Oprechte Haerlemse Dingsdaegse Courant
nr. 4, van 27 januari 1665. De tekst begint met een korte inleiding, die ver
taald en toegelicht luidt:
'Vertaling van couranten die de vertaler uit het Nederlands Andrej
Vinius op 28 februari (7) 173 [Russische jaartelling sinds "de schep
ping van de wereld"] 1665) aan d'jak ongeveer "minister", hier
het hoofd van de kanselarij) Almaz Ivanov en zijn collega's op de
Diplomatieke Kanselarij leverde. Deze couranten kreeg hij (Vinius)
van de Nederlandse koopman Volodimir Ivanov (met waarschijnlijk
de achternaam Jansen).'
Met de opening van de eerste vaste postverbinding van Rusland met
West-Europa in 1665, door de Nederlander Jan van Sweden, werd de
regelmatige aanvoer van couranten en andere poststukken aanmerkelijk
verbeterd en kwam het nieuws ook sneller in Moskou aan, al vergde dat
ook toen nog 4 tot 5 weken. De vertalingen in het Russisch waren soms
bijna letterlijk, vooral in het begin, toen er nog niet veel kranten binnen
kwamen. Toen werden nog wel gehele couranten vertaald. Later werd er
meer samengevat en geselecteerd op politieke relevantie, met nadruk op
nieuws uit of over Polen, Turkije, Zweden en ander buurstaten, waarmee
de verhoudingen nogal eens gespannen waren, als men al niet op voet
van oorlog was. Het Russisch van de vertalers is over het algemeen erg
goed en meestal begrepen ze ook de vaak complexe inhoud van de
nieuwsberichten. Wel hadden ze soms moeite met persoons- en plaatsna
men, b.v. omdat die al verhaspeld waren in de courant waaruit de ver
taling werd gemaakt. Ook met commerciële vaktermen konden ze niet
altijd uit de voeten. Een aardig voorbeeld daarvan biedt de vertaling van
een ladingslijst van 12 schepen van de Vereenigde Oost-Indische Com-
ra
INGRID MAIER EN RENÉ VOS