Hoewel zelf geen communist, heeft hij op deze wijze bijgedragen 'aan het
op peil houden van het moreel van een deel van het Nederlandse volk in
het geloof voor de overwinning van de goede zaak', aldus verwoordde
Bouwer dit later in een brief aan dr. L. de Jong.
Na de oorlog werd hij bij Aerodyne modelmaker van instrumenten
voor proeven betreffende luchtverontreiniging. Toen hij midden jaren
zestig zag dat het bedrijf achteruit ging, besloot hij een andere werkkring
te zoeken. In 1967 werd hij suppoost/bureaulist in het Frans Halsmu
seum. Hij verrichtte hier ook technische werkzaamheden en kreeg het
beheer over het depot.
Al in de beginjaren zestig had Martien het bijbaantje van 'hulp-stads-
klokopwinder'. De koster van de Bakenesserkerk, W. Lasschuit, was
stadsklokopwinder en als deze met vakantie was, deed Bouwer dit werk.
Ook de kosterdiensten in Bakenesserkerk, Nieuwe Kerk en Noorder
Kerk nam hij dan waar. Om zeven uur 's ochtends beklom hij de toren
van de Bakenesserkerk om in de klokkenruimte de gewichten van het
uurwerk op te draaien. 'Een zwaar karwei. Als dit was gebeurd moest ik
de juiste tijd weer instellen en dan weer naar beneden lopen. Op de fiets
ging ik vervolgens naar de Amsterdamse Poort. Ook hier trappen lopen
tot de klokkenkamer. Dan naar de Nieuwe Kerk. Ook hier twee zware
gewichten opdraaien. Het salaris bedroeg 1,50 per dag. Het uurwerk in
de Grote Kerk viel buiten mijn werkzaamheden. Hier werden de gewich
ten via een elektromotor opgewonden.'
Een ander bijbaantje in de jaren zestig was tweede portier bij het
Gemeentelijk Concertgebouw voor enkele avonden per week. 'Ik kreeg
voor zo'n avond ongeveer 10,-. Als het rustig was kon je soms wel iets
uit de zaal opvangen.'
De belangrijkste bijbaan had Martien in de Grote of Sint-Bavokerk.
'Nadat ik in 1946 een rondleiding van de toenmalige koster/administra
teur Jac. J. Kerkvliet had meegemaakt, besloot ik meer te willen weten
over dit machtige bouwwerk. Uit de stadsbibliotheek ging ik verschillen
de boeken over deze kerk lezen.' Kerkvliet zag in Bouwer een hulp bij de
rondleidingen en na enige tijd gaf Bouwer bijna wekelijks op zaterdagen
rondleidingen, ook over de zolders en in de toren. 'In 1950 wilde ik de
toren van de kerk in miniatuur namaken van zink en tin. Dit kon ik
gemakkelijk krijgen van afvalstukjes van Aerodyne. Ik ben toen begon
nen met het bovenste stukje van de dakruiter. Toen dit gelukt was ben ik
doorgegaan.' Met behulp van een plattegrond van de kerk heeft hij in dui
zend werkuren in de jaren 1950-1952 een maquette van de gehele kerk
gemaakt, een maquette die thans nog in de kerk te bewonderen is. In het
zelfde jaar 1950 werd hij ook hulpkoster, een baantje dat 2,50 off 5,- per
NECROLOGIEËN