Joos (Josepha Antoinette Maria) Clijsen, geboren in Tilburg, werkte vanaf 1982 als beeldend kunstenaar. Ze was toen veertig jaar, maar wie zich het woord laatbloeier liet ontvallen werd fijntjes gecorrigeerd: 'Ik ben nog een jonkie, niet in jaren, maar wel in werk. Ik ben veel later begonnen en heb eerst kinderen gekregen.' Zo begon ze op wat latere leeftijd aan een tekenopleiding, ging lesgeven en volgde uiteindelijk van 1977-1982 de beeldhouwafdeling van de Rietveld Academie in Amsterdam. Ze groeide uit tot een kunstenaar van formaat die zich met haar werk, haar enorme diversiteit aan creatieve ideeën en integriteit, kon meten met internatio nale collega's. Ik kende haar al heel lang, maar pas in 1985 maakte ik voor het eerst bewust kennis met haar beeldende kunst. Ze had toen een werkexpositie in gebouw gas in Bloemendaal, dat bestemd was voor de sloop, maar tij delijk aan beeldend kunstenaars ter beschikking was gesteld om daar te werken en te exposeren. Mijn verwondering over Clijsens expositie sloeg meteen door naar enthousiasme. De vorig jaar overleden kunsthistoricus en criticus beeldende kunst van deze krant, Jan Zumbrink, had mij be zworen naar de tentoonstelling te gaan, die bestond uit een achttal teke ningen, ontwerpschetsen, ideeën voor sculpturen, en enkele krachtige installaties van ongebruikelijke materialen. Zumbrink had mij vaker meegenomen naar tentoonstellingen van kunstenaars die zijn absolute voorkeur hadden. Hij vergeleek de eigen identiteit van het werk van Clijsen met dat van de Vlaamse kunstenaar Panamarenko, en zelfs vlogen zijn gedachten naar de installaties van de toen al wereldvermaarde Joseph Beuys. Dat was wat, voor die nogal kritische en in loftuitingen meestal terug houdende Zumbrink. Maar van begin af aan had hij had zich tot Clijsens werk aangetrokken gevoeld, zich erin verdiept. Dat blijkt ook uit zijn beknopte recensie van die tentoonstelling in gas. Zumbrink schreef: 'Wie de kunstenares Joos Clijsen kent, hoeft zich niet te verbazen dat ze de kans oppakte om te exposeren in het gebouw gas. En zoals dat met Jolanda Prinsen het vorige GAS-weekend het geval was, kon ook Clijsen deze week aan de slag met haar objecten zoals zij dat wenste: in de ruige ruimten van het gebouw staat niets in de weg, NECROLOGIEËN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2005 | | pagina 227