geen museale belemmering die de opbouw van de werken kan verhinde
ren.'
Ze moet toen keihard gewerkt hebben om in korte tijd zoveel voor
elkaar te krijgen. Zumbrink: 'Haar vlechtwerken van betonijzer zijn
eveneens in een tunnelvariant in de expositie aanwezig. En daarbij nog
een rest van rubber als omhulsel van ijzeren staven die een loodzwaar en
kletsnat stuk spoorbiels ondersteunen. Dit zijn bouwsels die je onmoge
lijk uit de handen van een vrouw zou verwachten. In een ander vertrek
heeft ze weer met afgedankte bielzen en stukken op maat geknipte zink
platen drie muren opgebouwd. De wanden zijn meer dan menshoog, dus
fors, degelijk en grauw van aanzien: een doorloopbare assemblage waar
op je zintuigen afketsen als ijzer op steen.'
Groots, monumentaal en krachtig en daarmee verrassend en avon
tuurlijk. Critici die haar in het begin niet kenden, beschreven haar in
recensies als een man en plaatsten achter haar voornaam een t. Daarover
zei ze eens: 'Wel typisch, maar als mannen kleine dingetjes maken, dan
vraagt niemand zich of het om een vrouw gaat.' Ook haar tekeningen,
royaal van opzet en in ruig houtskool zwart, stralen een absolute kracht
uit. Kunsthistoricus Aart van der Kuijl constateert over haar materiaalge
bruik in 1998: 'Joos Clijsen heeft een voorkeur voor 'macho'materialen als
hout, teer, staal, lood, hardsteen en marmer. De laatste tijd is zij gefasci
neerd door een 'nieuw'materiaal: leem.'
Al in de jaren tachtig maakte zij sculpturen van hout en teer voor de
Biënnale van Noord-Holland. Katafalkachtige beelden, ook met teer,
waren te zien in het Fort aan de Drecht. Ze werkte ook daar met zwaar
materiaal zoals spoorbielzen, zware massieve houtblokken, gietstukken
met lekker ruikend teer overgoten, zink.
Op tal van onverwachte plekken schiep zij installaties en beelden. Ik
noem er enkele. In 1999 vulde zij op indrukwekkende wijze het land
schap in met de installatie 'Leanchoiliae'. Een 150-koppige gemeenschap
in leem, per stuk 105 x 70 x 50 cm, bevolkte de uitgestrekte grasmat bij
Kasteel Het Nijenhuis Heino in Wijhe. Veel aandacht trok ook de ten
toonstelling 'Gegronde beelden' in de imposante Bergkerk in Deventer.
Van onvoorstelbare artistieke inventiviteit getuigde Clijsens indruk
wekkende project 'Apocalyps'. Van internationale uitstraling, zo mag je
dat zonder overdrijving wel noemen. Vier weken lang, van 20 maart tot
20 april 2003 staan dan in het hart van de Grote of Sint-Bavokerk in
Haarlem 24 zware loden kisten als sarcofagen opgesteld. De kleur van het
lood correspondeert met de donkergrijze historische grafzerken op de
vloer van de kerk. Het lijkt alsof het geheel uit de bodem omhoog is gere
zen. Luguber is het niet, wel aangrijpend. Ook door de lichtinval is deze
imposante sculptuur één met het kerkinterieur.
Haerlem Jaarboek 2005