de meiden op tournee naar Nederlands-Indië: drie maanden lang optre den voor 'onze Jantjes' in de Oost. Toen de Sisters uiteenvielen breidde ze haar repertoire uit met de oude geuzen- en verzetsliederen die ze tij dens de Tweede Wereldoorlog had opgedoken, en begon een solocarriè re als zichzelf op gitaar begeleidende 'minnestreelse' in West-Fries kos tuum. Bij gelegenheid van de grote Frans Halstentoonstelling in 1962 wordt Cobi door Haarlems toenmalige burgervader Cremers gevraagd in de Waag een Hals-liedjesprogramma te brengen. De kennismaking over en -244- weer bevalt zo goed, dat Cobi (met als tweede vaste bespeler de Amsterdamse zanger Ronnie Potsdammer) in diezelfde Waag een trou badourclub opent. Akoestische folkmuziek in een entourage van kaas, wijn, stokbrood en kaarslicht. Op 31 mei 1963 is het zover. Op het Waagpodium maakt ze graag plaats voor gasten als Pete Seeger, Paul Simon en Joan Baez, maar ook jonge talenten als Astrid Nijgh, Joost Nuissl en Ernst Jansz vinden hun weg naar de Taveerne op de hoek van het Spaarne en de Damstraat. In haar biografie levert dat mooie anekdotes op, en scherpe observaties achteraf. Bijvoorbeeld over de Waag als opleidingsschool, met Cobi als 'oermuziekmoeder' (Jansz). Of over De Waag als opvangcentrum voor aan liefdesverdriet lijdende adolescenten, met Cobi als 'moederkloek en tevens piespaal'(Lennaert Nijgh). Rijk wordt ze niet van haar Waagjaren: er moet eerder geld bij. In 1969 stopt ze met de folkclub, wegens gebrek aan subsidie maar ook aan bezoekers. Ach ja, de Spaarnestad mag met terugwerkende kracht dan wel apetrots zijn op zijn folkroots - erg veel eraan bijgedragen hebben gemeente en inwoners niet. De meeste bezoekers kwamen van buiten Haarlem, zo bleek zonneklaar uit de enquêtes die Cobi haar publiek afnam. Een nieuw hoofdstuk in haar leven dient zich aan als begin jaren zeventig de vrouwenbeweging zich roert. Dolle Mina, Rooie Vrouwen, Wij Vrouwen Eisen: ze sluiten naadloos aan bij Cobi's strijdbare verbit tering over de afloop van het Waagproject - welk échec volgens haar mede is veroorzaakt door het feit dat 'het mannelijke ambtenarendom' het niet pruimt als een vrouw zelfstandig haar eigen toko beheert. Ze gaat liedteksten schrijven, neemt diverse grammofoonplaten op, zet program ma's in elkaar, voert die door heel Nederland uit en wordt op handen gedragen door met name de laagopgeleide vrouwen uit de provincie, wier taal ze van huis uit gewend is te spreken. Zo groeit ze uit tot het zingen de boegbeeld van de Nederlandse vrouwenbeweging. Maar ze doet meer, zoals ze altijd heeft gewoekerd met haar talenten. Haerlem Jaarboek 2005

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2005 | | pagina 246