landse couranten in heel Europa. Ze zijn in grote hoeveelheden in meer
dan ioo buitenlandse bibliotheken en archieven bewaard gebleven. Van
de 'Gazette de Leyde' en de 'Gazette d'Amsterdam"9' zijn in de achttien
de eeuw in diverse Franse steden en in Genève zelfs tientallen jaren her
drukken uitgegeven.
Pas sinds het begin van de vorige eeuw weten we dat er in Nederland
in de loop van de zeventiende eeuw, zij het op veel kleinere schaal en
gedurende korte tijd, ook Engelstalige couranten zijn gedrukt en uitgege
ven, nagenoeg allemaal in Amsterdam. In 1620/1621, toen het in Engeland
nog niet was toegestaan couranten uit te geven, maar blijkbaar wel bui
tenlandse couranten waren toegelaten, waren dat in meerderheid ver
talingen van de in Amsterdam verschijnende couranten van Jan van
Hilten en Broer Jansz. Die Engelse vertalingen werden door henzelf uit
gegeven dan wel door de Amsterdamse boekhandelaar en cartograaf
Pieter van der Keere, die vele jaren in Engeland had gewerkt en daar veel
contacten had. Vanaf eind 1621 kregen enkele Londense drukkers toe
stemming zelf couranten of zogeheten newsbooks uit te geven, die in de
regel (bewerkte) vertalingen waren van Duitse en Nederlandse couran
ten. Om politieke redenen werd de uitgave van die newsbooks in 1632
gedurende enkele jaren weer verboden, maar invoer van in Amsterdam
door Jan van Hilten gedrukte Engelstalige nieuwsbladen werd kennelijk
wel toegestaan (of gedoogd). Als er later wel weer newsbooks in Enge
land mogen worden uitgegeven, zijn die wederom in belangrijke mate
gebaseerd op vertaalde berichten uit Nederlandse en Duitse couranten.
In zijn studie uit 1873 refereert Sautijn Kluit aan een mededeling dat
aan het eind van de zeventiende eeuw in Engeland mogelijk Engelse ver
talingen van de ohc zijn gedrukt, maar dat werd later tegengesproken,
aldus Kluit. Ruim dertig jaar later bleek de mededeling echter wel dege
lijk juist te zijn. In de Bodleian Library in Oxford en het British Museum
in Londen vond de journalist M.M. Kleerkooper, Londens correspondent
van de ohc, negentien nummers van in Londen gedrukte Engelse ver
talingen van de ohc uit de periode 1679-1698. Het opmerkelijke van die
uitgaven is niet dat het vertalingen waren, maar dat ze werden uitgegeven
onder de titel The Haerlem Courant of verbasteringen daarvan. Dat duidt
er op dat de uitgevers meenden of hoopten niet alleen met de inhoud van
de ohc goede zaken te kunnen doen, maar ook met de naam. Kleerkoo
per publiceerde over zijn vondst in 1906 een artikel dat echter aan de aan
dacht van de meeste latere pershistorici is ontsnapt en dan ook geen of
nauwelijks bekendheid heeft gekregen.20'
De eerste serie van 11 nummers dateert van 29 december 1679 tot 22
februari 1680, onder de titel The Haerlem Courant met daaronder Truly
INGRID MAIER EN RENÉ VOS