maal v. Maar zo vervolgt Cicero dan, zichzelf zogenaamd corrigerend, of liever door virtus, want bruut geweld, dat was er alleen van de kant van Clodius. Milo was geen brutale aanvaller. Hij toonde toen hij werd aan gevallen karakter, hij zegevierde door onverschrokkenheid. Het Latijnse virtus kan met geweld gepaard gaan, maar dat is dan het geweld dat nodig is als je je rechten wilt verdedigen, vis is daarentegen het geweld van de agressor, van de barbaar en dus heel vaak van de ander. En omdat iedere Romein wist dat het deeltje vir van virtus man betekent, kan vir tus heel goed vertaald worden door manhaftigheid. Een vertaling met -36- deugd kan hier niet. Zo bracht Cicero dus voor het eerst de drie woorden vincere - over winnen -, vis en virtus bij elkaar. In het jaar 52 voor Christus schiep hij zo de kiem van Ludwigs spreuk en die van Haarlem De spreuk van Ludwig luidt vincit vim virtus (virtus overwint bruut geweld). Het verschil tussen deze wapenspreuk en Cicero's woorden is inderdaad groot. Er moet zo ongeveer het volgende gebeurd zijn: Ludwigs humanist was gefascineerd door Cicero's woorden, die hij als humanist natuurlijk goed kende, het prachtige vuurwerk van de allitera tie dat bovendien de gedachte behelsde dat er iets bestaat dat sterker is dan vis, dan bruut geweld, namelijk virtus. Hij achtte deze combinatie ideaal om te gebruiken voor een wapenspreuk. Daarom lichtte hij de woorden uit hun zinsverband, isoleerde ze tot een zelfstandige eenheid van drie woorden. Een grote ingreep met schitterend resultaat. Hij ver anderde verder de werkwoordtijd. Ludwig had nog niet overwonnen. De tegenwoordige tijd van het werkwoord maakt de spreuk tot iets dat altijd geldig is, nu en in de toekomst. Zo ontstond de spreuk die Ludwig nodig had vincit (overwint) vim (bruut geweld) virtus. En, zoals bij Cicero, betekent virtus ook hier niet deugd: het ging ook bij Ludwig om strijd, hier om de verdediging van zijn cultuurstad Heidelberg tegen de Barbaren, tegen vis. Ludwig had weinig aan een spreuk die deugd pro pageerde; wat hij nodig had was vastberadenheid, mannenmoed, die wint altijd, een moedgevende gedachte. Eén verschil is er nog met Cicero: waar die sprak in zijn eigen taal, gebruikt Ludwig een vreemde taal, de taal der humanisten. Was de lands taal nog niet voldoende ontwikkeld? Of was de bedoeling zo te accentu eren 'wij hier in Heidelberg zijn de behoeders van cultuur'? Zo'n 125 jaar later duikt de spreuk in Haarlem op; het is oorlog, opstand tegen Spanje, waarbij Haarlem zich in 1572 had aangesloten. En plotseling verschijnt dan op twee vaandels van Haarlemse schutterijen van respectievelijk 1572 en 1573 en in 1573 op een galei van de stad de wapenspreuk van Haarlem: vicit vim virtus. Ook Verwer vermeldt hem Haerlem Jaarboek 2005

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2005 | | pagina 38