gedechargeerd. Een nieuw samengesteld bestuur moest tevens een beslis sing nemen over de toekomst van de commissie: opheffing of voortzetting van de activiteiten. Op 6 maart 1996 werden twee nieuwe damesbe stuursleden benoemd en kwam er een einde aan de uitzonderingspositie van de penningmeester. Hij maakte voortaan eveneens deel uit van het bestuur. Met de benoeming van nieuwe bestuursleden werd de draad eigenlijk weer opgepakt en kwam de keuze opheffing of voortzetting niet meer ter sprake. Als mevr. Heering in 1997, na 45 jaar bestuurslid te zijn geweest, wegens haar leeftijd haar functie neerlegt gaat het bestuur als -54- driemanschap verder.29' Naast het jaarlijks schenken van geldbedragen aan een drietal, inmid dels vaste, fondsen voor kinderen met een handicap ontstond langza merhand bij het bestuur de behoefte hulp op maat te leveren in de lijn van het oorspronkelijke doel van de commissie. Zo kreeg een kraam vrouw met een tweeling een tegemoetkoming van 1000,-. Deze vrouw was tijdens haar zwangerschap weduwe geworden en had al een kind, maar bleek niet goed verzekerd te zijn. Ook werd een tienermoeder geholpen bij het aanschaffen van babyspullen. De penningmeester betaal de het bedrag van de aangeschafte artikelen aan de babyspeciaalzaak. Op verzoek van een pastoraal medewerkster van het Spaarne Ziekenhuis werd een tweetal 'afscheidsmandjes' voor te vroeg en niet levensvatbaar geboren baby's aangeschaft. Om over voldoende geld te kunnen beschikken voor hulpverlening op maat werden vanaf 2002 geen donaties meer gegeven aan fondsen.30' Tot besluit De Zorgdragende Commissie voor behoeftige Kraamvrouwen bestaat 185 jaar. Het succes schuilt waarschijnlijk in het feit dat de commissie een soort vangnetfunctie had voor gezinnen die nog net het hoofd boven water konden houden, maar waar de hoge kosten rond het krijgen van een kind wellicht tot gevolg zouden kunnen hebben dat die gezinnen als nog bij een liefdadigheidsinstelling hadden moeten aankloppen. In de loop van de tijd kwam de commissie wel iets verder van de kraamvrouw af te staan. Was het aanvankelijk de kraamvrouw zelf die voor hulp bij de commissie kwam aankloppen, later werd er meestal bemiddeld door een wijkverpleegkundige of maatschappelijk werkster. De commissie was wel steeds bereid de bedeling aan te passen aan de behoefte van de kraamvrouw en leverde zo zorg op maat. Het is opmerkelijk dat bij een commissie van vrouwen voor vrouwen juist de penningmeester degene is geweest die de commissie na al die Haerlem Jaarboek 2005

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2005 | | pagina 56