van de Sint-Catharina in Utrecht.10' Daarbij werd de sobere laatgotische
kloosterkerk getransformeerd in een rijke, mystiek duistere kathedraal.
De zestiende-eeuwse kerk werd daardoor als het ware enige eeuwen
terug gedateerd doordat Van den Brink vormen gebruikte, ontleend aan
de hoogtijdagen van de Franse gotiek, de dertiende eeuw, aangevuld met
enige Duitse motieven uit de veertiende eeuw.
Een dergelijke werkwijze was natuurlijk in Haarlem niet mogelijk.
Men moest uitgaan van de vormgeving van het bestaande gebouw en die
was niet bepaald gotiek.
In de reeks tekeningen is ook een ontwerp voor de verbouwing van -69-
het koor te vinden. De tekening draagt geen signatuur, maar gezien de
grote overeenkomsten met het uitgevoerde werk, moet deze wel van Van
den Brink afkomstig zijn. Deze kiest voor een betrekkelijk terughouden
de neoclassicistische vormgeving.
De door Molkenboer ontworpen indeling van de koorruimte is komen
te vervallen. In plaats van diens twee traveeën zijn er nu drie te zien. De
wandgeleding is rijker van opzet geworden. De traveeën werden geschei
den door pilasters met Korinthische kapitelen, terwijl de muurvlakken
werden voorzien van rechthoekige velden, die volgens de tekening in
marmer moesten worden uitgevoerd. In de eerste travee is een decoratie
ingetekend van een kruis met cirkel rond het snijpunt van beide balken.
De overeenkomst met de bekende Ierse kruisen zal wel op toeval berus
ten. De pilasters dragen een architraaf met daarboven een fries met con
soles die een smalle kroonlijst ondersteunen. De ruimte zou worden over
dekt door een tongewelf met cassetten. In de tweede travee is daarin een
venster getekend. In de derde travee is een deurpartij te zien, met rijk
gedecoreerde deur en een omlijsting met een architraaf op bladvormige
consoles, waarboven een opzetstuk met voluten is aangebracht. De or
donnantie van de achterwand van het koor is niet op de tekening aange
geven, maar zal wel in vergelijkbare vormen door de architect zijn ont
worpen. Van den Brink heeft wellicht bij het ontwerpen van het
ciboriumaltaar en het met een gecassetteerd tongewelf overdekte presby
terium, zij het op zeer bescheiden schaal, de sfeer van de Sint-Pieter in
Rome willen oproepen.
Uitvoering van het ontwerp - architect Van den Brink
Het plan Van van den Brink werd in grote lijnen uitgevoerd, zoals op de
tekening aangegeven: drie traveeën, gescheiden door pilasters, met recht
hoekige velden ertussen, het geheel gedekt door een cassettengewelf, met
een raam in de tweede travee.
ARJEN LOOYENGA