van zware consoles en worden bekroond door gebogen frontons; het
fronton bij de achterste rij is gebroken, waarbij de twee helften eindigen
in een krul en door guirlandes worden verbonden. Op de frontons zijn
voluutvormige decoraties aangebracht. Opmerkelijk is nog dat de eigen
lijke zetels rusten op leeuwenpoten, een motief dat Van den Brink zou
kunnen hebben ontleend aan het befaamde koorgestoelte in de o.l.
Vrouwekerk te Dordrecht dat in 1538-1542 was vervaardigd onder leiding
van Jan Terwen.M) Tegen het rugschot ziet men boven elke zetel een kruis
vormig motief dat associaties wekt met het laat zestiende-eeuwse beslag-
-74- werk. Het is aan te nemen dat dit koorgestoelte oorspronkelijk met één
zetel in het transept heeft uitgestoken om de bisschopszetel niet in de ver
drukking te brengen. De koorbanken hebben nog een tijd dienst gedaan
in de Nieuwe Sint-Bavo. Toen het in 1916 begonnen nieuwe koorgestoel
te van Johannes Petrus Maas in 1921 gereed was gekomen, keerde het
door Van den Brink ontworpen gestoelte naar de Sint-Joseph terug.15) Het
steekt thans niet meer in het transept uit, maar staat in zijn geheel in de
koorruimte. Er is thans immers geen kathedra meer waarmee men reke
ning moet houden. Of de voetstukken met beelden bij de overgang van
gestoelte naar transept die op de ontwerptekening zijn te zien, ooit zijn
uitgevoerd, is niet duidelijk. Thans bevinden zich op die plek beelden van
Maria en Sint-Joseph op ronde zuilen, die echter veel later moeten zijn
dan de koorbanken en dus van het oorspronkelijke arrangement geen
deel kunnen hebben uitgemaakt.
Op de ontwerptekening van de wandordonnantie is ook een bis-
schopstroon ingetekend. De eigenlijke troon heeft de vorm van de klas
sieke vouwstoel, of wel faldistorium, in dit geval zonder rugleuning. De
zetel wordt overhuifd door een vijfzijdige troonhemel met koepel en met
afhangende draperiëen en zijwaarts opgenomen gordijnen. In een boog
vormige verhoging van de kroonlijst van de troonhemel is het wapen van
het bisdom aangebracht, geflankeerd door twee engelen. De troonhemel
lijkt aan de muur te zijn opgehangen.
Dat is ook het geval met een tweede cathedra-ontwerp uit de collectie
in het Rijksarchief, gedateerd 1 mei 1868 en gesigneerd door Van den
Brink. De koepelvormige overhuiving heeft hier plaats gemaakt voor
twee bebladerde voluten die op hun ontmoetingspunt een kruis dragen.
Evenals bij het vorige ontwerp is het wapen van het bisdom hier in een
boogvormig opzetstuk aangebracht; de flankerende engelen zijn hier ach
terwege gebleven. In plaats van afhangende draperieën zijn hier bij de
troonhemel lambrequins aangebracht, een motief ontleend aan het
Lodewijk xiv. Ook hier gordijnen, maar iets anders opgenomen. De zetel
zelf wijkt in stijl aanzienlijk af van de troonhemel. Zij heeft de vorm van
Haerlem Jaarboek 2005