niet bekend. De zetel werd, evenals de koorbanken, in 1898 overgebracht naar de Nieuwe Sint-Bavo. Toen deze in 1906 een nieuwe neogotische bisschopszetel kreeg, vervaardigd door Friedrich Wilhelm Mengelberg, keerde de oude troon, anders dan de koorbanken, niet naar de Sint- Joseph terug. Zij bevindt zich nog steeds in de Sint-Bavokathedraal en dient daar onder meer als celebrantenzetel. Het oudste ontwerp voor een kathedraalmeubelstuk voor de Sint- Joseph was het troonontwerp dat wellicht aan Louis Veneman toege schreven moet worden. Het draagt een nogal eclectisch karakter; uit ver- -80- schillende stijlperioden wordt geciteerd. De ontwerpen van Van den Brink vertonen een vrij consequente ontwikkeling in de richting van de neobarok. Zijn eerste ontwerpen, zowel voor de architectuur als de inrichting van het priesterkoor zijn betrekkelijk sober en kunnen voor het grootste deel als laat neoclassicistisch worden gekenschetst. Bij de uit werking van de plannen worden alle onderdelen van het koor steeds barokker. Zie bijvoorbeeld de forse gebogen frontons boven de zijdeuren en koorbanken. Van den Brink wist zich in het barokke idioom goed te bewegen. Hij kreeg na 1875 vrijwel geen kerkelijke opdrachten meer. Wel bouwde hij verscheidene voorname woonhuizen, waarin hij de barokke vormen eveneens met grote virtuositeit wist te hanteren.16' Voor rooms-katholieke kathedralen golden in de negentiende eeuw in hoofdzaak twee architectonische paradigmata: het gotische en het romeinse, al vindt een op het romaans gebaseerd model ook incidenteel toepassing.17' Het gotische kathedraalmodel, dat uitgaat van de Franse gotiek uit de dertiende eeuw, is herhaaldelijk in de negentiende eeuw toe gepast. Van den Brink heeft het op bescheiden schaal verwezenlijkt in de Sint-Catharina te Utrecht. Zijn creatie is helaas verloren gegaan. Het romeinse model, gebaseerd op de Sint-Pieter in Rome, is waarschijnlijk minder vaak gebruikt dan het gotische, maar is toch ook in Europa en niet te vergeten in Amerika te vinden. Van den Brink, die zo goed wist hoe een eenvoudige gotische kerk te veranderen in een waarachtige goti sche kathedraal, heeft in het koor van de Sint-Joseph iets van de barok ke grandeur van de Sint-Pieter in Rome weten te suggereren. Hij deed dit met bescheiden middelen en tegelijkertijd met grote creativiteit. De tot voor kort onbekende ontwerpen, die hier grotendeels voor het eerst wor den voorgesteld, tonen dit duidelijk aan. De Sint-Joseph is daarmee een belangrijk onderdeel van de kathedralenstad Haarlem. Haerlem Jaarboek 2005

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2005 | | pagina 82