Noten
1. Over de kathedralenproblematiek zie: Sible de Blaauw, 'De kathedralen van
1853', in: Jurjen Vis Wim Janse (red.), Staf en storm. Het herstel van de
bisschoppelijke hiërarchie in 1853: actie en reactieHilversum 2002, p. 233-
259-
2. In Haarlem bevinden zich vijf kerken die als kathedraal dienen of hebben
gediend: de Oude Sint-Bavo, rk kathedraal van 1559-1578; de voormalige
Oud-Katholieke schuilkerk aan de Koksteeg, van 1742 tot 1938 kathedrale
kerk van de Oud-Bisschoppelijke Clerezie, later Oud-Katholieke Kerk; de
Sint-Joseph, rk kathedraal van 1853-1898; de Nieuwe Sint-Bavo, rk kathe- —81-
draal sinds 1898 en de Maria Madalenakerk aan de Kinderhuissingel, Oud-
Katholieke kathedraal sinds 1938. Over Haarlem als kathedralenstad: Antoon
Erftemeijer, Arjen Looyenga, Marike van Roon, Getooid als een bruid. De
nieuwe Sint-Bavokathedraal te Haarlem, Haarlem 1997, p. 13-19 en beknop
ter: Henk Rosenberg, Arjen Looyenga, Ton van Eek, Enige kathedralen
basilieken en hun orgels, Haarlem 2003, p. 18-30.
3. A.J. Looyenga, Van waterstaatskerk tot kathedraal. De Sint-Josephskerk te
Haarlem en het werk van de waterstaatsarchitect H.H. Dansdorp, Haarlem
1991. De bijzonderheden over de bouw en inrichting van de Sint-Josephskerk
zijn, tenzij anders vermeld, aan dit boek ontleend.
4. Ik werd eertijds op deze ontwerpen attent gemaakt door drs. H.J.A.H.G.
Metselaars van het Rijksarchief Noord-Holland in Haarlem.
5. Looyenga, Van Waterstaatskerk tot kathedraal, p. 63-67.
6. Voor 1850 was het zeer gebruikelijk dat een protestante architect katholieke
kerken bouwde en omgekeerd. De katholieke architect Suys herbouwde de
door brand verwoeste Ronde Lutherse Kerk te Amsterdam, terwijl de
Lutherse architect Gerrit Moele de katholieke kerk De Papegaai te
Amsterdam bouwde. Na 1850 manifesteert zich, althans op architectonisch
gebied, een duidelijke 'verzuiling'.
7. Over Veneman is nog betrekkelijk weinig bekend. Wij hopen binnen afzien
bare tijd nader op zijn werk te kunnen ingaan. Enige gegevens over zijn werk
zijn te vinden in: Naar gothieken kunstzin. Kerkelijke kunst en cultuur in
Noord-Brabant in de negentiende eeuw, 's-Hertogenbosch 1979, p. 55, 56-57.
8. Cuypers had niet alleen een grote architectenpraktijk, maar leidde tevens,
tezamen met Francois Stoltzenberg, een atelier voor kerkelijke kunst. Zie
hierover: Lidwien Schiphorst, Peter Thoben, De kunstwerkplaatsen van
architect Cuypers. Beeldhouwers in Roermond, Roermond 1995 en Lidwien
Schiphorst, 'Een toevloed van werk, van wijd en zijd'. De beginjaren van het
Atelier Cuypers/Stoltzenberg, Roermond 1852-00.1863, Nijmegen 2004.
9. Over Van den Brink: A.J. Looyenga, De Utrechtse School in de neogotiek.
De voorgeschiedenis en het Sint-Bernulphusgilde, Diss. Leiden 1991, p. 116-
195-
10. Looyenga, De Utrechtse School in de neogotiek p. 91-113.
11. Looyenga, Van Waterstaatskerk tot kathedraal, p. 85-86.
ARJEN LOOYENGA