utiliteitsgebouwen zoals bruggen en stations. Later werd het materiaal
ook bij woningen toegepast. De Belgische architect Victor Horta was een
der eersten die de vormentaal van het art nouveau gebruikte in combi
natie met ijzer in een door hem in 1892 gebouwd huis in Brussel. Het
gebruik van gewalst profielstaai leidde tot de mogelijkheid om grote over
spanningen te maken.
Ontwikkelingen bij de glasfabricage maakten de toepassing van grote
vensters mogelijk, zodat winkels grotere etalages konden krijgen.
Smeedijzer was bijzonder geschikt voor het maken van decoratieve on
derdelen zoals balkonhekjes en siersmeedwerk in de glaspanelen van de
voordeur.
De opdrachtgevers
Als gevolg van de industriële ontwikkeling nam in de laatste decennia
van de negentiende eeuw de werkgelegenheid in hoog tempo toe. Dit
leidde in de grote steden tot een snelle toename van het aantal inwoners.
In Haarlem nam het aantal inwoners tussen 1870 en 1900 toe van onge
veer 31.000 tot circa 65.000. Vanzelfsprekend leidde deze ontwikkeling
tot een sterke groei van de voorzieningen in de binnensteden. De handel
verplaatste zich in toenemende mate van de markt naar de winkels, doch
deze hadden aanvankelijk nog de schaal en het aanzien van een woning.
Rond 1900 was de belangrijkste winkelconcentratie nabij de Kleine
Houtstraat. Door de groei van de bevolking breidde het aantal winkels
zich sterk uit. Vooral in de Grote Houtstraat werden vele woonhuizen
gewijzigd in winkels met bovenwoningen. Dit leidde tot een sterk veran
derend straatbeeld, vooral teweeggebracht door de grote brede etalage
vensters die bij de deels al bestaande winkels tot stand kwamen. Hierdoor
werd de architectonische kwaliteit van menig historisch woonpand in
deze straat veranderd. Dit had dan ook niet ieders instemming. Zo
schreef in 1912 de Amsterdamse architect Gratama, een medestander van
Berlage, in het Bouwkundig Weekblad'Hoofdstraten zoals de Grote
Houtstraat, hebben hare goede architectuur verloren en vertonen nu het
rammelend aspect van onbeduidende of reclamezuchtige gevels waarin
het tegendeel van harmonie of overeenstemming heerscht zoals in vrijwel
alle winkelstraten in onze steden.' Maar deze ontwikkelingen waren niet
te stoppen en geleidelijk ontstond, zoals in vele steden, het belangrijkste
winkelgebied in het centrum van de binnenstad.
De vernieuwing van het woningbestand leidde in het begin van de
twintigste eeuw in menige winkelstraat tot de bouw van winkels met
bovenwoningen waarbij het ontwerp vaak verzorgd werd door een archi-
Haerlem Jaarboek 2005