Huur voor de graaf Een onderzoek naar het opbreken van de hof van Haarlem omstreeks 1245 De stad Haarlem is ontstaan op het grondgebied van een grafelijk hof. -9- De aanzet tot serieus onderzoek naar dit vroegmiddeleeuwse hof en naar de wijze waarop ligging en inrichting van de hof de ontstaansgeschiede nis van de stad hebben bepaald, werd in igoü gegeven door de befaamde historicus Joh. Huizinga, schrijver van Herfsttij der middeleeuwen. Zijn beschouwingen over de hof - hoewel inhoudelijk grotendeels achter haald - hebben vooral in de laatste decennia onderzoekers geïnspireerd tot nauwgezette analyse van het schaarse bronnenmateriaal. De geschie denis van de hof van Haarlem is weliswaar nog steeds in nevelen gehuld, maar de nevel begint hier en daar toch op te trekken. Het onderzoek van Bert Koene naar erfpachten die in de veertiende eeuw nog op de verka velde gronden van de hof rustten, is de meest recente bijdrage tot helder der zicht op de hof. In augustus van het jaar 1343 werd Heynric de Rode door de graaf van Holland aangesteld als rentmeester van Kennemerland en West- Friesland. Een jaar later overlegde Heynric zijn eerste rekening van inkomsten en uitgaven. Hij begon de rekening met de inkomsten uit de 'huere in Haerlem an hofsteden'.1' Het ging om 134 hofsteden, erven en akkers binnen de stad waarvoor men aan de graaf hofstedehuur ver schuldigd was. De hofstedehuur werd geheven over grond die eens - toen Haarlem nog geen stad was - tot de grafelijke hof had behoord. Over die hof van Haarlem is niet veel bekend. De lijst van hofstedehuren verdient daarom nauwgezette bestudering, wat merkwaardigerwijs tot dusverre niet is gebeurd. Door dr. J.C. Kort is een onderzoek gepubliceerd dat zich con centreerde op de vraag in welk deel van de stad de huurplichtige perce len lagen,2' maar daar is het bij gebleven. In het navolgende laat ik zien dat er wel degelijk meer uit de rekening van Heynric de Rode is te halen. Allereerst is het echter nodig de hof van Haarlem te introduceren. BERT KOENE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2006 | | pagina 11