petroleumlamp hing. In de hoek stond een kacheltje dat op koude avon
den aangestoken kon worden. Op die bedden lagen stromatrassen, die op
worsten leken, een rond kussen en per bed drie dekens. Dat wil zeggen
geen privacy en de wc delen met de hoofdbewoners. Volgens de journa
list waren de mannen al spoedig vertrouwd met de onopgesmukte, sobe
re en beslist enigszins te kleine woongelegenheid. Verder schreef hij:
Daarom konden ze er spoedig toe overgaan om den schop, dien ze
geleverd werd, ter hand te nemen en na het verorberen van een paar
-120- dikke boterhammen het groote werk aan te vatten, het werk waaraan
geen einde schijnt te komen, de verschaffing van arbeid in het einde-
looze, maar Goddank, niet in het doellooze.'
De opzichter gaf op die bewuste maandag het startsein voor het werk
door een oranje ton in de mast achter de keet op te hijsen. Het was één
uur in de middag. Van alle kanten stroomden de mannen toe.
Gezamenlijk liepen de werklozen met hun fonkelnieuwe schoppen het
veen in. Grote plaggen heideveld moesten worden omgekeerd. Bestaande
greppels moesten worden gedempt en soms moesten nieuwe sloten en
kanalen gegraven worden. Zwaar werk, omdat de vorst nog steeds in de
grond zat, wat tot ongeveer half mei zo zou blijven. Ondanks deze ver
zwarende omstandigheid werd van hen verwacht dat ze begonnen te gra
ven en bleven graven. Of zoals c.b.g. op dinsdag, 9 april 1929 in het
Haarlem's Dagblad schreef:
Drente, die wél stiefmoederlijk bedeelde provincie ziet uit 't wild en
bijster land zijner heiden en venen heel langzaam maar ook verblij
dend zeker een landbouwgewest groeien, kanalen worden gegraven,
tractors ronken, de spaden breken den ouden grond, de winterrogge
schemert over vele bunders reeds groen boven de bruine kluiten,
kunstmest heeft miraculeus werk verricht en honderden mannen uit
de groote steden die daar hun handen niet konden gebruiken, vinden
hier een overvloed van werk.'
Gelukkig voor de Haarlemmers waren er vele lotgenoten waarmee ze
hun ervaringen konden delen. Op dezelfde dag waren namelijk ook hon
derd werklozen uit Dordrecht aangekomen. Een groep van werklozen uit
Gouda en Zaandam werd een dag later bij de mensen in Witteveen inge
kwartierd.
Haerlem Jaarboek 2006