De hof van Haarlem
Men moet zich de grafelijke hof van Haarlem niet voorstellen als een
residentie van vorstelijke allure. Middeleeuwse hoven waren vooral agra
rische bedrijven. De hoforganisatie was in bijna geheel West-Europa in
de achtste eeuw de gangbare vorm van exploitatie van grootgrondbezit
geworden. Een hof had als centrum de hofstede van de heer, de vroon
hof, bestaande uit een herenwoning met bijgebouwen. Een deel van de
landerijen werd vanuit de vroonhof bewerkt, maar het grootste deel was
ter bewerking aan horigen uitgegeven. De eenheid van uitgifte was de
hoeve, gewoonlijk 16 morgen - ongeveer 13y2 hectare - groot. De horigen
moesten een deel van de opbrengst van hun land aan de heer afstaan en
waren ook tot onbetaalde herendiensten verplicht. In het graafschap
Holland geraakte het hofstelsel in de twaalfde eeuw in verval. De laatste
hoven werden er omstreeks het midden van de dertiende eeuw ontbon
den.
De graven van Holland waren grootgrondbezitters bij uitstek. Er zijn
dan ook in vele plaatsen sporen gevonden van grafelijke hoven. Veel
daarvan lagen in het tegenwoordige Zuid-Holland, onder andere in
Leiden, Den Haag, Delft, Vlaardingen en Dordrecht. De meest noordelij
ke grafelijke hof besloeg een flink deel van Heemskerk en Beverwijk.
Voordat Den Haag hun min of meer permanente residentie werd, waren
de graven mobiele landsheren. Ze trokken met hun gevolg van hof naar
hof om in de verschillende streken recht te spreken en om de voorraad
schuren leeg te maken. Buiten de perioden van grafelijke aanwezigheid
werden de hoven door meiers of rentmeesters bestierd.
Het eerste onomstotelijke bewijs van verblijf van het grafelijke huis
houden in Haarlem dateert uit de ambtsperiode van abt Adallard (nos
ing) van de abdij van Egmond. Een goederenruil die deze abt aanging,
geschiedde namelijk in Haarlem ten overstaan van graaf Floris 11 en diens
vrouw Petronella.3' Er zijn echter sterke aanwijzingen dat het Hollandse
gravenhuis al in de tijd van graaf Dirk n (939-988) een hof in Haarlem
bezat.
In de eerste plaats is er het feit dat de parochiekerk van Haarlem aan
de heilige Bavo was gewijd. Bavo was in Vlaanderen, speciaal rond Gent,
een populaire heilige, maar hij was een vreemde eend in de Hollandse
bijt. Graaf Dirk n komt bij uitstek in aanmerking als importeur van de
Bavo-verering in Holland, want hij groeide in Gent op en trouwde met
een dochter van de graaf van Vlaanderen. Of de hof van Haarlem nu
door Dirk 11 is gesticht of dat de hof al eerder bestond,4' hij moet degene
zijn geweest die de hofkapel aan Sint-Bavo liet wijden.5'
Haerlem Jaarboek 2006