veer half tien, naar huis. Zijn zus, die blijkbaar niets bijzonders aan hem
opmerkte, noteerde in haar dagboek: doodleuk vraag ik hem, of zijn
baard niet prikte (als hij tenminste met een meisje uit geweest is). Vader
vraagt of hij met een naaister vrijt, want er zit 'n witte draad aan z'n jas.'
Jan antwoordde niet en ging, na een kop thee te hebben gedronken, naar
bed. Kort daarna ging de deurbel. De Haarlemse recherche stond voor de
deur en wilde Jan spreken.12»
De wijkagent
De moord was niet geheel en al onopgemerkt gebleven. Om ongeveer
kwart over acht hoorde de buurman van het echtpaar Van der Reep, de
33-jarige timmerman Antonius (Toon) van der Veldt, een vrouwenstem
luid gillen. Even dacht hij aan een echtelijke ruzie, maar het gekrijs was
te erg. Toon vertrouwde het niet helemaal en ging naar buiten. Hij luis
terde aan de deur bij Van der Reep en hoorde iemand luid kreunen. Snel
ging hij terug naar binnen om zich te kleden en de wijkagent te gaan
waarschuwen, die slechts een klein stukje verderop in de Noordertuin-
dorplaan woonde. Op weg daarheen keek hij nog een keer bij Van der
Cor J.A. van der Reep in de deuropening van zijn woning bij de aanvang van
de begrafenis van het stoffelijk overschot van zijn echtgenote. (Nationaal
Archief)
JAAP VOGEL