Het lijkt dan ook waarschijnlijk dat de Haarlemse halle een multi
functioneel marktgebouw was. Er is geen reden de halle als zetel van het
stadsbestuur te zien. Weliswaar is van een aantal steden bekend dat zij
ertoe overgingen het wanthuis en de vleeshal samen met het raadhuis in
één gebouw onder te brengen,30» maar dat speelde pas tegen het einde van
de veertiende eeuw, dus na de tijd van Heynric de Rode en na de inge
bruikneming van de Gravenzaal (ca. 1370) als raadhuis van Haarlem.
Zo blijft de vraag waar het Haarlemse stadhuis vóór 1370 stond, onver
anderd open. Wie weet had Karei van Mander toch gelijk, maar Heynric
-26- de Rode mag men in ieder geval niet als zijn getuige aanroepen.
Noten
1. In druk: H.G. Hamaker (ed.), De rekeningen der grafelijkheid van Holland
onder het Henegouwsche huis, deel 11, Utrecht 1876, p. 223-228.
2. J.C. Kort, 'De grafelijke hofstedehuur in Haarlem', in: D.E.H. de Boer en J.W.
Marsilje (red.), De Nederlanden in de late Middeleeuwen, Utrecht 1987, p.
168-181.
3. A.C.F. Koch (ed.), Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, deel 1,
Den Haag 1970, nr. 101.
4. De stichting van de hof kan in ieder geval niet lang voor de tijd van Dirk 11
hebben plaatsgevonden. De stamvader van het Hollandse gravenhuis was
een zekere Gerulf, die een rol speelde in de moord op de Noormannen-
hoofdman Godfried in 885. Deze Gerulf wist delen van de kuststreek in han
den te krijgen en werd in zijn machtspositie bevestigd door de Oostfranki-
sche koning Arnulf, die hem in 889 in diverse plaatsen goederen en inkom
sten in eigendom gaf. In het licht van die jaartallen mogen we aannemen dat
de familie niet eerder dan omstreeks het jaar 900 een hof in Haarlem kan
hebben gevestigd.
5. Dirk en zijn vrouw Hildegard waren ook de stichters van de benedictijnen
abdij van Egmond. Men vermoedt dat zij monniken uit de Gentse abdijen
van Sint-Pieter en Sint-Bavo hebben laten overkomen om het klooster te
bevolken, wat ongetwijfeld heeft bijgedragen aan de verbreiding van de faam
van Sint-Bavo.
6. Het argument dat de Haarlems Bavo-verering pleit voor het bestaan van de
hof in de tijd van Dirk n, is uitvoerig gepresenteerd door C.L. Verkerk,
'Vlaams-Hollandse connectie in de 10de eeuw. Relieken van Sint-Bavo,
Egmond en de hof van de Hollandse graaf in Haarlem', Holland 29 (1997),
p. 1-17. De moeizame kwestie van parochiekerk en hofkapel vindt men daar
in detail besproken.
7. In druk: O. Oppermann, Pontes Egmundenses, Utrecht 1933.
8. Koch, Oorkondenboek van Holland en Zeeland, deel 1, nr.147, gegeven 5 nov.
1214 te Antwerpen. Er is wel beweerd dat het bedrag van 50 pond per jaar
Haerlem Jaarboek 2006