ben gehad. Hij is het die zijn buitenverblijf aanzienlijk heeft uitgebreid en
verfraaid. Wanneer zijn zoon, Hendrik Trip op 12 maart 1710 de hofstede
verkoopt als lasthebber van zijn moeder Anna Nuyts, bedraagt de koop
som 5100 gulden. De oppervlakte bedraagt dan één morgen en 328 roeden
- en nog eens 2000 gulden voor de loden en hardstenen beelden, borst
stukken, vazen, potten en piëdestallen, evenals het goudleren behang en
andere geschilderde behangselen.
Baelde
Koper is ditmaal Johannes Baelde (1664-1720), koopman in Oost-Indische
waren en directeur van de Levantse handel, die te Amsterdam het dub
bele woonhuis aan de Herengracht 470 bewoonde, dat hij in 1708 voor
42.000 gulden had gekocht. Hij was gehuwd met Susanna Clement (1675-
1744), die later als weduwe in het huis op de Herengracht bleef wonen. In
1742 heeft dit huis een huurwaarde van 2000 gulden. Susanna Clement
heet dan koopvrouw, houdt zes dienstboden en heeft een koets met twee
paarden en een inkomen van 6000 gulden. Van het echtpaar zijn por
tretten bewaard gebleven, waarvan vooral dat van de man met gepoeder
de allongepruik, goudbruine jas en rode draperie een imponerende uit-
Johannes Baelde (1664-1720).
(Iconographisch Bureau)
Susanna Clement (1675-1744).
(Iconographisch Bureau)
KAREL ACKEMA