nieuwe bezit kunnen genieten. Hij overleed twee jaar na de aankoop en
had het vruchtgebruik van zijn nalatenschap aan zijn weduwe gelega
teerd, dat door haar overlijden op 30 april 1797 kwam te vervallen. Hierna
verkochten de voornoemde zoons Leonard en Louis samen met hun zus
ter Louisa en haar echtgenoot Daniel Ruysch, de hofstede Vredenhof,
groot zeven morgen 149 roeden, op 18 november 1797 voor 22.000 gulden
aan Hermanus Verwit Asschenbergh, afkomstig uit dezelfde koopmans
kringen als zijn voorgangers.
Asschenbergh
Nu breekt voor Vredenhof een langdurige periode van bloei aan, want
Asschenbergh heeft het tot zijn overlijden op 14 juli 1834 in bezit gehad
en aanzienlijk uitgebreid. De koopman Hermanus Verwit Asschenbergh,
raad van Amsterdam in 1796 en lid van het Comité van Koophandel en
Zeevaart, werd in 1813 ook eigenaar van het dubbele woonhuis aan de
Herengracht 518 te Amsterdam, dat hij met zijn vrouw Harmina Bardon,
regentes van het Sint-Jorishof (1796-1808), bewoonde en verfraaide. Na de
dood van zijn vrouw in 1827 verkoopt Hermanus dit stadshuis voor
30.000 gulden aan zijn neef, 'makelaar in wollen' Jan Hendrik Hackman
Asschenbergh, lid van de firma Van Santen en Asschenbergh, commis
sionairs en reders, die getrouwd was met Susanna Catharina Noël Simon.
Herengracht 518 is later eigendom geworden van Cornelia Sara
(Krieger) Schumer, echtgenote van Jan den Tex Bondt, die er woonde en
er het kantoor hield van de firma Determeyer Wesling en Zn., welke door
zijn grootvader, mr. Jan Bondt, eigenaar van Vlugthoven te Santpoort,
was groot gemaakt. De familie Schumer zullen wij straks nog in ons ver
haal tegenkomen.
Asschenbergh heeft zich in zijn laatste levensjaren op Vredenhof
teruggetrokken. Zoals hij zijn stadshuis heeft veranderd, heeft hij ook
Vredenhof vernieuwd. Uit zijn tijd moet de classicistische ingangspartij
dateren en vermoedelijk heeft het herenhuis in dezelfde tijd een uitbrei
ding in westelijke richting ondergaan. Op de litho van Lutgers uit ca. 1840
is een en ander goed te zien. Het rechtergedeelte met de karakteristieke
uitbouw boven de Herenweg is het oudste gedeelte. De ramen van het
parterregedeelte zijn klein, die van de eerste verdieping - met uitzicht op
de Herenweg - juist hoog. In het linkergedeelte - links van de ingangs
partij, die grotendeels schuilgaat achter geboomte - zijn de ramen
(openslaande deuren) parterre hoog en op de eerste verdieping juist
klein. Achter het huis zijn de zuilen en een sfinx van het nieuwe Einden-
hout nog juist te zien. Op de voorgrond valt op dat het koetshuis kenne-
KAREL ACKEMA