- Jan Hendrik Hackman Asschenbergh voor 5/72Ste gedeelte; - De zes minderjarige kinderen van wijlen Adam Marinus Asschenbergh uit diens huwelijk met Willemina Wolferdina Beeldsnijder, samen voor 5/72Ste gedeelte; - De drie minderjarige kinderen van wijlen Harmina Asschenbergh uit haar huwelijk met Christiaan Anthony Hinsbeeck, samen voor 5/n ste gedeelte; - Johanna Maria Nutges, vrouwe van Bennebroek, (dochter van Hermanus zuster Anna Asschenbergh en Gerrit Nutges, heer van Bennebroek), echtgenote van Arnoud David Willink voor ste gedeelte; dit nichtje bracht dus de heerlijkheid en het Huis te Benne broek in de familie Willink; - De drie kinderen van Jan Nutges (broer van de voorgaande) en Paulina Anna Margaretha Matthes, samen voor %s ste gedeelte, onder de last van vruchtgebruik ten behoeve van hun vader; - De twee meerderjarige dochters en vier minderjarige kinderen van wij len Geertruida Asschenbergh uit haar huwelijk met Adriaan Nicolaas van Santen, samen voor %4 ste gedeelte, onder de last van vruchtge bruik ten behoeve van hun vader; - De twee meerderjarige en twee minderjarige kinderen van wijlen Agneta Lucretia van Driest uit haar huwelijk met mr. Engelbert de Man, samen voor 4 ste gedeelte, onder de last van vruchtgebruik ten behoeve van hun vader; - De twee meerderjarige en twee minderjarige kinderen van Paulus Johannes van Driest uit zijn huwelijk met Catharina Elisabeth Bolten, samen voor %4 ste gedeelte, onder de last van vruchtgebruik ten behoe ve van hun vader; - Catharina Paulina van Driest, echtgenote van Johannes Stephanus Kleinpenning, voor %4 ste gedeelte. Behalve deze erfstellingen werd bij dit testament ook een groot aantal legaten gemaakt, die wij hier op een enkele uitzondering na niet zullen noemen: aan neef Jan Hendrik legateerde Hermanus onder meer zijn gouden zakhorlogie en pourtrait, het laatste zonder de daarvoor gezette juwelen en alle familiepourtraiten en tekeningen betreffende de familie Asschenbergh. Ik heb daarvan helaas geen enkele kunnen achterhalen. Mevrouw Kleinpenning-van Driest kreeg onder andere het pourtrait in het klein van zijn overleden echtgenote, dat nog wel bewaard bleef. Verder waren er tal van geldlegaten, waarbij het personeel niet vergeten werd ioo,- voor de rouw en 50,- voor ieder dienstjaar)de keuken meid kreeg zo 350,-, de werkmeid f 550,-, de knecht 450,-, de koetsier KAREL ACKEMA

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2006 | | pagina 43