Het Krelagehuis
De strijd om de zetel van de (Koninklijke) Algemeene Vereeniging
voor Bloembollencultuur
-60- Inleiding
In oktober 1871 stond de Oude Komedie in Haarlem te koop. Voor J.H.
Krelage (1824-1901), voorzitter van de Algemeene Vereeniging voor
Bloembollencultuur (avb), was dat aanleiding om zijn bestuur bij elkaar
te roepen. Hij legde een plattegrond van het gebouw op tafel en stelde
voor het gebouw te kopen. Volgens hem was dit het beste gebouw in
Haarlem om tentoonstellingen te houden, en dat was een kernactiviteit
van de avb. Door de koop zou de belangstelling voor de avb toenemen,
wat zeker nodig was, want het ledental was al jaren (de avb was in i860
opgericht) rond de tweehonderd blijven hangen. Juist dat geringe aantal
leden was voor het bestuur echter reden om af te zien van de koop. Men
vond het financiële draagvlak van de vereniging te klein.
Krelage trad af in 1900. De avb had toen rond de 1800 leden. Hij over
leed in 1901 en direct daarna maakte men plannen om hem met iets blij
vends te gedenken. Pas in 1928 kon zijn zoon E.H. Krelage (1869-1956),
ook voorzitter van de avb, zijn vader als zijn voorganger in die functie
gedenken in een toespraak bij de inwijding van het Krelagehuis in
Haarlem.
In dit artikel zet ik uiteen waarom het tot 1928 duurde eer dat gebeur
de. Ook ga ik kort in op de redenen waarom de avb in 1971 het Krelage
huis verliet om in Hillegom een nieuw gebouw te betrekken en daar ook
haar zetel te vestigen. Voor een goed begrip van wat er allemaal speelde
is het nodig eerst iets te vertellen over de belangrijkste hoofdrolspelers,
namelijk de Krelages van Bloemhof en de verenigingen in en voor de
bloembollensector, te weten de avb, de Nederlandsche Maatschappij
voor Tuinbouw en Plantkunde, de Bond van Bloembollenhandelaren en
het Hollandsch Bloembollenkweekers Genootschap.
MAARTEN TIMMER