De speciale belangen van kwekers lagen vooral op het gebied van vei-
lingkosten, soliditeit van de exporteurs, de betalingstermijnen die zij han
teerden en het doorzichtiger maken van de ondoorzichtige binnenlandse
markt. Toen het hbg in 1898 een eigen blad kreeg, publiceerde men daar
in jaarlijks prijsramingen (rond juni) en oogstverslagen die werden opge
steld door commissies uit de afdelingen. Ook publiceerde men aan het
begin van ieder jaar een overzicht van de prijzen van het afgelopen han
delsseizoen. Alleen kwekers konden lid worden, voor zover zij niet
tevens exporteur waren.
Het hbg voorzag duidelijk in een behoefte. In 1918 waren er ruim 1400
leden in meer dan 30 afdelingen. Het was de enige vereniging in de bran
che waarin de Krelages geen rol speelden. Zoals eerder vermeld richtten
verschillende afdelingen van het hbg ook beurzen op. In 1908 begon de
afdeling Hillegom met een beurs op donderdag. In het eerste jaar kwa
men er in de beursperiode (medio juli tot begin oktober) 1275 bezoekers.
Er kwamen ook beurzen in Noordwijk, Monster en Beverwijk. Om enige
orde aan te brengen stelde het hbg in 1913 de volgende beursdagen vast:
dinsdag Monster, woensdag Noordwijk, donderdag Hillegom en vrijdag
Beverwijk. De beurzen waren tegen betaling ook toegankelijk voor niet-
leden. Dat moest wel, omdat exporteurs geen lid konden worden van het
hbg en natuurlijk wel moesten kunnen kopen op de beurs.
De periode 1901 tot 1920
Krelagestichting, Krelagefonds en Krelageveilingen voor een gebouw
in Haarlem
Zo waren er in de bloembollensector dus drie belangrijke verenigingen,
waarvan alleen de avb openstond voor kwekers en exporteurs. Er waren
exporteurs (die vrijwel altijd ook zelf bollen teelden) die zowel in het
bestuur van de Bond van Bloembollenhandelaren als in het hoofdbestuur
van de avb zaten. Dat was lastig wanneer de belangen van kwekers en
exporteurs gingen botsen, zoals bij de discussie over het Krelagehuis.
Na het aftreden van Jacob Krelage wilde de avb eigenlijk zijn zoon als
voorzitter, maar die stelde zich niet beschikbaar, omdat hij het te druk
had met het saneren van Bloemhof. Men koos toen J. Wentholt als voor
zitter. In de tweede ledenvergadering, die deze voorzat (23 december
1901), herdacht hij zijn overleden voorganger. Krelage was een man, zei
hij, die veel had gedaan voor de verheffing en 'veredeling' van de tuin
bouw in het algemeen en de bloembollencultuur in het bijzonder. Omdat
van Krelage bij zijn aftreden al een portret was geschilderd, wees hij alle
voorstellen om Krelage op die manier te gedenken af. Resoluut wees hij
MAARTEN TIMMER