hoofdbestuur van de nmtp plaats. Wentholt schreef een paar dagen later
aan Krelage dat de nmtp alle medewerking toezegde en zelfs haar zetel
van Amsterdam naar Haarlem wilde verplaatsen.8' Nadat ook de weduwe
van Krelage haar goedkeuring hechtte aan de naamgeving van stichting
en fonds, ging de algemene vergadering van maart akkoord met het plan.
Daarop stuurde de avb het voorstel met toelichting naar de redactie
van Sempervirens, die het integraal plaatste, voorzien van een kritische
bespreking door Groenewegen. Hij had vooral kritiek op de positionering
van Krelage als primair een bloembollenhandelaar en dan pas tuinbou
wer. Volgens hem was Krelage in de eerste plaats tuinbouwer en daar
naast ook nog bloembollenhandelaar. Ook vond hij dat het stuk te veel
een verheerlijking van de avb uitstraalde en dat er te weinig overleg was
geweest, want men kwam immers al met een uitgewerkt plan.9' Een week
later sloot Witte zich bij deze kritiek aan in een hoofdartikel waarin hij
de hoop uitsprak dat de Krelagestichting het huis zou worden van de
gehele Nederlandse tuinbouw. Dat zou een krachtige impuls geven aan
Johan Hendrik Wentholt, van 1901-1907 voorzitter van
de avb. (nha Kennemer Atlas)
MAARTEN TIMMER