de door Jacob Krelage en Witte altijd nagestreefde bundeling van krach ten. De Commissie voor de Krelagestichting presenteerde zich op 18 juli 1902. Ieder die in die dagen echt iets voorstelde in de tuinbouw, zat erin. Onder de 21 leden waren twee erevoorzitters, namelijk de burgemeester van Haarlem en de directeur-generaal Landbouw van het ministerie. Wentholt was eerste voorzitter en de voorzitter van de nmtp fungeerde als tweede voorzitter van de Commissie. Op diezelfde datum stuurde men ook een circulaire met een inschrijvingsbiljet rond. Op het biljet konden bijdragen worden ingevuld voor het fonds ten behoeve van de Krelagestichting. Circulaire en inschrijvingsbiljet werden in augustus bij de tuinbouwvakbladen gevoegd. De circulaire was vaag over het gebouw. Duidelijk was wel dat het in Haarlem zou komen en dat het ten dienste zou staan van de nmtp, de afdeling Haarlem van de nmtp en de avb. Zij zouden hun zetels in het gebouw kunnen vestigen. Onduidelijk was ech ter wie de eigenaar van het gebouw zou zijn, omdat de commissie slechts sprak van 'afstaan' aan de nmtp en avb: De Commissie heeft hierbij het oog op de stichting van een gebouw, dat uit den aard te Haarlem zou moeten worden opgericht en dat ten gebruike zou kunnen worden afgestaan, zoowel aan de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde en hare te Haarlem gevestigde afdeling, als aan de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur'. Betekende dit misschien dat de Commissie zichzelf als eigenaar zag? In de circulaire was immers ook sprake van een 'eigen Stichting [gebouw, mt] voor de Nederlandsche tuinbouw'. In september en oktober wijdde Witte in Sempervirens maar liefst vier hoofdartikelen aan de Krelagestichting. Hij signaleerde de vaagheid in de circulaire omtrent het gebouw en veronderstelde dat de avb eigenlijk de gehele tuinbouw wilde centraliseren onder de Krelagestichting. De Commissie zou daarvoor worden misbruikt. Witte pleitte voor een natio nale stichting die het gebouw in eigendom zou nemen. Het beheer zou hij in handen willen zien van een - als fusie van de bestaande organisaties - op te richten Algemene Nederlandsche Tuinbouwmaatschappij. Hij merkte op dat hij de kritiek van velen verwoordde en waarschuwde dat men, als men zo doorging, nog geen tiende deel van het benodigde geld bijeen zou brengen: Haerlem Jaarboek 2006

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2006 | | pagina 76