Het juweliersbedrijf Voet werd al in 1800 opgericht. Elias Voet
(1868-1940) was zilversmid en graveur. Vanaf zijn twintigste jaar
ontwikkelde hij een grote belangstelling voor de keurtekens op
gouden en zilveren voorwerpen. Het standaardwerk Nederlandsche
Goud- en Zilvermerken 1445-1935 is door hem geschreven.
Zoals gezegd onderzocht Voet het Amsterdams zilver van burge
meester Boreel. Ook deed hij onderzoek in de Amsterdamse musea
en heeft daar ongetwijfeld het oudste schutterszilver in handen
gehad. De drie schuttersketens, die zich daar bevinden, zullen door
hem nauwgezet zijn onderzocht op keurtekens. Die stonden er niet
in, doch hij zal als vakman getroffen zijn door de vormentaal en het
vakmanschap van de makers. Het zijn vooral die oudste schutterij
ketens, waarin de motieven en technieken te vinden zijn die ge
bruikt zijn in de Haarlemse ambtsketen. Deze ketens ontleenden
op hun beurt weer veel aan het ontwerp van een der oudste en eer
biedwaardigste ordetekens van Europa, de Orde van het Gulden
Vlies uit die uit ca. 1430 stamt.
Dat zo rond 1890 teruggegrepen werd naar stijlperioden uit het
verleden is niet zo vreemd. Vooral in de architectuur werden (neo)
Gotiek en Renaissance nog uitbundig toegepast. Een blik op de
door G.B. Brom vervaardigde keten voor het in 1869 opgerichte
Sint Bernulphusgilde laat zien dat er naar hartelust geput werd uit
Elias Voet jr. (1868-1940)
JAAP POP en WIM GROENHART