De reden van de stilte bleek pas veel later, uit een brief van n juli
I957 van G. Lawrence, directeur van het Bailey Hortorium van het
N.Y State College of Agriculture, Cornell University, Ithaca aan Th.
Hoog, die zich toen beijverde voor de Amerikaanse uitgave:
'We suspect that Frans Verdoorn runs his publishing business on
a shoestring, paying accounts with monies received and scaling
his productions as his credit allows. In addition, as you may
know, he has suffered considerable losses of his personal finan
ces through long and protracted illness attended by many serious
abdominal operations. It is certainly true that he has been a sick
man for a substantial part of recent post war years. Failing to
find any institution in this country that would purchase his very
large botanical library...he succeeded in getting the University of
Utrecht to purchase it and to also assure a position on its staff
for Mrs. Verdoorn for her active life'.
De pogingen om naar Utrecht te gaan begonnen al in 1953. Toen
bezocht prof. J. Lanjouw, hoogleraar plantentaxonomie en planten
geografie aan die universiteit, hem. Deze raakte zeer onder de
indruk van het werk van Verdoorn, die hij al kende uit zijn studen
tentijd. Lanjouw stelde hem voor naar Utrecht te komen en
beschouwde het later als een van zijn gelukkigste ideeën 'to make
Frans Verdoorn return to Utrecht as the head of a new Biohistori-
cal Institute'.28' Sinds die tijd onderhandelde Verdoorn met de uni
versiteit over zijn terugkomst en de verkoop van zijn bibliotheek.
Daarbij kon hij de negatieve publiciteit in het artikeltje over de 85ste
verjaardag van Krelage natuurlijk niet gebruiken.
Van 29 augustus tot 6 september 1955 vond in Scheveningen het
veertiende internationale tuinbouwcongres plaats. Krelage zat in
het erecomité (samen met Van der Plassche, die nu directeur-gene
raal van de Landbouw was bij het ministerie) en bezocht met zijn
vrouw het congres. Tijdens het congres, bijgewoond door vele
wetenschappers uit binnen- en buitenland, vroegen velen aan Kre
lage wanneer de Amerikaanse uitgave van zijn boek verscheen.
Wellicht hoorde hij daar ook iets over Verdoorn, want in oktober
schreef hij hem dat hij van prof. Lanjouw had gehoord dat Ver
doorn een baan in Utrecht zou krijgen en om die reden al in
Utrecht was geweest. Krelage vroeg aan Verdoorn waarom hij niet
langs was geweest in Haarlem, en wanneer het boek nu eindelijk
eens zou verschijnen.
JAARBOEK HAERLEM 2007