tegen de erecode hadden gezondigd door niet gewoon te vechten, maar met stenen te gaan gooien. '"zó, zó...[sprak de meester] en wordt het geloof d'r ook al bijge haald?" Wij zwegen beleidvol; maar dat hielp niet: "Roomsche schooiers? Wat een uitdrukking; leren jullie zulke minne uit drukkingen soms hier op school? Dat kan dan hier in mijn klas, waar we van alles hebben, alvast erg gezellig worden." "Twaalfjarig bestand, godsdiensttwisten", reciteerde [mijn vriend je] Stikvoort plotseling een van onze standaard-jaartallen. De meester keek hem verrast aan; schoot in een lach en zei: "Daar hebben we de nar, die zegt de waarheid waarachtig. Maar ik waarschuw jullie: geen twaalfjarig bestand, maar de vrede van Munster zullen we jullie laten sluiten. Let maar 'es op.'3) Het is een citaat dat om meerdere redenen interessant is, bijvoor beeld omdat duidelijk wordt dat indertijd het samenleven van groe pen met een verschillende geloofsovertuiging als zeer problema tisch werd ervaren en het lager onderwijs - net als het leger - benut werd als inburgerings- en integratie-instituut. Maar afgezien daar van: hier zien we hoe een ordinaire vechtpartij geduid kan worden door te refereren aan een gebeurtenis uit de geschiedenis én onder controle worden gebracht door daar een andere gebeurtenis tegen over te zetten. Dit is historisch besef: alle betrokkenen beschikken over een gedeelde kennis en weten deze op een gepast moment te benutten om een situatie te verhelderen. Dat nu is niet langer mogelijk. De redenen dat een dergelijk gesprek niet langer mogelijk is zijn zeer verschillend van aard. Ten eerste is het effect van het geschie denisonderwijs aanzienlijk kleiner geworden - simpel als gevolg van het afnemend aantal uren dat daaraan besteed wordt, maar ook door een verandering in de aard van het onderwijs, kort aan te dui den als de verschuiving van kennis naar vaardigheid. Maar daar naast is er misschien wel een groter effect uitgegaan van de ontzui ling. De ontzuiling in de jaren zestig had immers voor grote groepen mensen de betekenis dat zij zich niet langer iets lieten zeg gen door de herders en de herdershonden van de zuilen, ze kwa men op voor eigen inzichten, ze seculariseerden en individualiseer den. Het verleden werd niet langer iets om trots op te zijn of kracht uit te putten, maar iets waar met enige verbazing, zo niet afschuw op werd teruggekeken: wat hebben we ons allemaal laten zeggen, PIET DE ROOY

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2007 | | pagina 165